Web Content Accessibility Guidelines (WCAG) 2.2

Lead translating organization:
Accessibility Foundation
Christiaan Krammlaan 2
3571 AX Utrecht (The Netherlands)
Tel: +31 (0)30 – 2398270
Website: https://www.accessibility.nl
Project lead: Dr. Eric Velleman (HAN University of Applied Sciences)

Geautoriseerde Nederlandse vertaling

Deze versie:
https://www.w3.org/Translations/
Meest recente versie:
https://www.w3.org/Translations/WCAG22-nl/
Originele versie (Engels):
https://www.w3.org/TR/2023/REC-WCAG22-20231005/
Errata:
https://ericvelleman.github.io/WCAG22/errata/index.html
Vertaling leidende organisatie:
Stichting Accessibility
Christiaan Krammlaan 2
3571 AX Utrecht (Nederland)
Tel: +31 (0)30 – 2398270
Website: https://www.accessibility.nl
Project lead: Dr. Eric Velleman (HAN University of Applied Sciences)
Partners in de vertaling en de review:
Zie de stakeholdersmail voor een overzicht van de partners.
Samenvatting van publieke commentaren op de kandidaat geautoriseerde vertaling:
Zie de bijlage met commentaren en de verwerking daarvan.

Dit is een geautoriseerde vertaling van een W3C document. De publicatie van deze vertaling volgt de stappen die beschreven zijn in de Policy for W3C Authorized translations. Als zich geschillen voordoen is de versie van de specificatie in het originele Engelse document gezaghebbend.

Richtlijnen voor Toegankelijkheid van Webcontent (WCAG) 2.2

W3C Aanbeveling

Meer details over dit document
Deze versie (Engels):
https://www.w3.org/TR/2023/REC-WCAG22-20231005/
Laatst gepubliceerde versie (Engels):
https://www.w3.org/TR/WCAG22/
Laatste werkversie (Engels):
https://w3c.github.io/wcag/guidelines/22/
Historie (Engels):
https://www.w3.org/standards/history/WCAG22/
Commitgeschiedenis
Implementatie rapport (Engels):
https://www.w3.org/WAI/WCAG22/implementation-report/
Vorige aanbeveling (Engels):
https://www.w3.org/TR/WCAG21/
Redacteuren:
(Nomensa)
(Oracle)
(Library of Congress)
Michael Cooper (W3C)
(Adobe)
Feedback (Engels):
GitHub w3c/wcag (pull requests, new issue, open issues)
Errata:
Errata bestaat (Engels).

Zie ook andere vertalingen.


Samenvatting

De Richtlijnen voor Toegankelijkheid van Webcontent (WCAG) 2.2 bevatten een groot aantal aanbevelingen om webcontent toegankelijker te maken. Het volgen van deze richtlijnen maakt content toegankelijker voor meer mensen met functiebeperkingen, waaronder blindheid en slechtziendheid, doofheid en gehoorverlies, leerproblemen, cognitieve beperkingen, motorische beperkingen, spraakproblemen, overgevoeligheid voor licht en combinaties daarvan; maar het voorziet niet in elke gebruikersbehoefte van mensen met deze beperkingen. Deze richtlijnen zijn van toepassing op de toegankelijkheid van webcontent op computers, laptops, tablets en mobiele apparaten. Het volgen van deze richtlijnen maakt webcontent doorgaans ook beter bruikbaar voor gebruikers in het algemeen.

Succescriteria van WCAG 2.2 zijn toetsbaar geformuleerd en zijn niet gebonden aan een technologie. W3C levert in aparte documenten ondersteuning voor het voldoen aan de succescriteria bij gebruik van specifieke technologieën en algemene informatie over de interpretatie van de succescriteria. Zie het Web Content Accessibility Guidelines (WCAG) Overview (Engels) voor een inleiding en links naar technisch en educatief WCAG-materiaal.

WCAG 2.2 is een uitbreiding van de Web Content Accessibility Guidelines 2.1 [WCAG21], gepubliceerd als W3C Aanbeveling in juni 2018. De content die voldoet aan WCAG 2.2 voldoet ook aan WCAG 2.0 en WCAG 2.1. De WG (Werkgroep) wil dat voor beleid dat conformiteit met WCAG 2.0 of WCAG 2.1 vereist, WCAG 2.2 als alternatief voor conformiteit kan worden gebruikt. De publicatie van WCAG 2.2 leidt niet tot de afschaffing of vervanging van WCAG 2.0 of WCAG 2.1. Hoewel WCAG 2.0 en WCAG 2.1 een W3C Aanbeveling blijven, beveelt het W3C het gebruik van WCAG 2.2 aan om de toepassing van toegankelijkheid in de toekomst te maximaliseren. Het W3C moedigt daarnaast het gebruik van de meest recente versie van WCAG aan bij het ontwikkelen of bijwerken van beleid over webtoegankelijkheid.

Status van dit document

Deze paragraaf beschrijft de status van dit document op het moment van publicatie. Een lijst van de huidige W3C-publicaties en de laatste revisie van dit technische rapport is te vinden in de W3C-index technische rapporten in https://www.w3.org/TR/.

Commentaar kan worden gegeven door een issue aan te maken in het W3C WCAG Github-Repository. De Werkgroep doet het verzoek om publieke commentaren als nieuwe issues te registreren; 1 issue per afzonderlijk commentaar. Gebruikers kunnen gratis een GitHub-account aanmaken om issues te registreren. Als het niet mogelijk is om issues te registreren in GitHub, stuur dan een e-mail naar public-agwg-comments@w3.org (archief voor commentaar).

Dit document is als aanbeveling gepubliceerd door de Accessibility Guidelines Working Group. Daarbij is gebruikgemaakt van de Recommendation Track.

W3C beveelt aan om deze specificatie breed in te zetten als standaard voor het web.

Een W3C-aanbeveling is een specificatie die, na uitgebreide consensusvorming, wordt goedgekeurd door W3C en haar leden, waarbij de leden van de werkgroep zich voor implementaties committeren aan royalty-vrije licenties.

Dit document is gemaakt door een groep die werkte onder het W3C-patentbeleid (W3C Patent Policy) van 1 Augustus 2017. Het W3C onderhoudt een publieke lijst van alle patentmeldingen die in verband met de afgeleverde producten van de groep zijn gemaakt; die pagina bevat ook instructies om een patent te melden. Een persoon die feitelijke kennis heeft van een patent dat volgens die persoon Essentiële Aanspraken (Essential Claim(s) bevat moet de informatie overeenkomstig paragraaf 6 van het W3C patentbeleid melden.

Dit document valt onder het W3C Proces Document van 12 juni 2023.

Inleiding

Dit onderdeel is niet normatief.

Achtergrond van WCAG 2

De Richtlijnen voor Toegankelijkheid van Webcontent (WCAG) 2.2 definiëren hoe je webcontent toegankelijker maakt voor mensen met een functiebeperking. Toegankelijkheid betreft een breed scala van functiebeperkingen, waaronder visuele, auditieve, fysieke, spraak-, cognitieve, taal-, leer- en neurologische functiebeperkingen. Hoewel deze richtlijnen een breed scala van aandachtspunten bestrijken, zijn ze niet in staat om in de behoeften van mensen met alle soorten, gradaties en combinaties van functiebeperkingen te voorzien. Deze richtlijnen maken webcontent ook beter bruikbaar voor ouderen, bij wie de vaardigheden door ouderdom veranderen, en verbeteren de bruikbaarheid voor gebruikers in het algemeen.

WCAG 2.2 is ontwikkeld door middel van het W3C process in samenwerking met individuen en organisaties wereldwijd, met het doel om een gemeenschappelijke standaard voor toegankelijkheid van webcontent te leveren, die internationaal tegemoetkomt aan de behoeften van individuen, organisaties en overheden. WCAG 2.2 bouwt voort op WCAG 2.0 [WCAG20] en WCAG 2.1 [WCAG21], die op hun beurt voortbouwen op WCAG 1.0 [WAI-WEBCONTENT] en is ontworpen om breed van toepassing te zijn op verschillende webtechnologieën voor nu en in de toekomst en om testbaar te zijn met een combinatie van automatisch testen en menselijke evaluatie. Voor een inleiding tot WCAG, zie het Web Content Accessibility Guidelines (WCAG) Overview.

Tijdens het definiëren van aanvullende criteria voor cognitieve, taal- en leerbeperkingen werden we geconfronteerd met aanzienlijke uitdagingen, waaronder een korte tijdlijn voor de ontwikkeling en ook het bereiken van consensus over testbaarheid, uitvoerbaarheid, en internationale overwegingen van voorstellen. Werk op dit gebied wordt voortgezet in toekomstige versies van WCAG. We moedigen auteurs aan om te verwijzen naar onze aanvullende documenten over het verbeteren van de inclusie voor mensen met functiebeperkingen, inclusief leer- en cognitieve beperkingen, slechtziendheid en andere beperkingen.

Webtoegankelijkheid hangt niet alleen af van de toegankelijkheid van content maar ook van de toegankelijkheid van webbrowsers en andere user agents. Authoring tools hebben ook een belangrijke rol in webtoegankelijkheid. Voor een overzicht van hoe deze componenten van webontwikkeling en interactie samenwerken, zie:

Waar dit document verwijst naar WCAG 2, worden alle versies van WCAG bedoeld die beginnen met 2.

De gelaagde structuur van WCAG 2

De personen en organisaties die WCAG gebruiken zijn sterk gevarieerd en omvatten webontwerpers, webontwikkelaars, beleidsmakers, inkopers, leraren en studenten. Om aan de verschillende behoeften van deze groepen te voldoen, worden verschillende lagen van advies geleverd, waaronder globale principes, algemene richtlijnen, toetsbare succescriteria en een uitgebreide verzameling afdoende technieken, aanbevolen technieken en gedocumenteerde gangbare fouten met voorbeelden, links naar hulpmiddelen en broncode.

De gelaagde adviezen (principes, richtlijnen, succescriteria en afdoende en aanbevolen technieken) leveren samen een compleet advies over het toegankelijk maken van content. Auteurs worden aangemoedigd om, indien mogelijk, alle lagen te bekijken en toe te passen, met inbegrip van de aanbevolen technieken, om zich optimaal te richten op de behoeften van een zo groot mogelijke groep gebruikers.

Bedenk dat zelfs content die voldoet aan het hoogste niveau (AAA) niet toegankelijk zal zijn voor individuen met alle soorten, gradaties of combinaties van functiebeperkingen, in het bijzonder op het gebied van cognitie, taal en leren. Auteurs worden aangemoedigd om het volledige scala aan technieken, inclusief de aanbevolen technieken te overwegen, Making Content Usable for People with Cognitive and Learning Disabilities, en ook om advies te vragen over de huidige best-practice om te zorgen dat webcontent voor deze doelgroepen zo toegankelijk mogelijk is. Metadata kan gebruikers helpen om content te vinden die het best aansluit bij hun behoeften.

Documenten die WCAG 2.2 ondersteunen

Het WCAG 2.2 document is ontworpen om tegemoet te komen aan de behoeften van degenen die een stabiele technische standaard nodig hebben waarnaar verwezen kan worden. Andere documenten, zogeheten ondersteunende documenten, zijn gebaseerd op het WCAG 2.2 document en richten zich op andere belangrijke doelen, inclusief de mogelijkheid om geüpdatet te worden zodat beschreven kan worden hoe WCAG bij nieuwe technologieën zou worden toegepast. Ondersteunende documenten bestaan uit:

  1. How to Meet WCAG 2.2 - Een op maat aan te passen snelle verwijzing naar WCAG 2.2; deze omvat alle richtlijnen, succescriteria en technieken voor auteurs om te gebruiken als ze webcontent ontwikkelen en evalueren. Het omvat content uit WCAG 2.0, 2.1, 2.2 en er kunnen diverse filters worden ingesteld, zodat auteurs zich kunnen focussen op relevante content.

  2. Understanding WCAG 2.2 - Een gids om WCAG 2.2 te begrijpen en te implementeren. Er is in WCAG 2.2 een kort "uitleg"-document voor elke richtlijn en voor elk succescriterium is er en uitleg van belangrijke onderwerpen.

  3. Techniques for WCAG 2.2 - Een verzameling technieken en algemeen gangbare fouten, elk in een apart document met een beschrijving, voorbeelden, codering en tests.

  4. The WCAG Documents - Een korte introductie van de ondersteunende en aanvullende documenten bij WCAG 2.

  5. What's New in WCAG 2.2 - introduceert de nieuwe succescriteria met citaten van persona’s die de toegankelijkheidsproblemen illustreren.

Zie Web Content Accessibility Guidelines (WCAG) Overview voor een beschrijving van het WCAG 2.2 hulpmateriaal, inclusief leermateriaal gerelateerd aan WCAG 2. Aanvullende bronnen die onderwerpen behandelen zoals de businesscase voor webtoegankelijkheid, het plannen van de implementatie om de toegankelijkheid van websites te verbeteren en toegankelijkheidsbeleid, zijn te vinden in WAI Resources.

Eisen aan WCAG 2.2

WCAG 2.2 voldoet aan een reeks eisen die aan WCAG 2.2 worden gesteld. Deze eisen zijn op hun beurt afgeleid van eerdere versies van WCAG 2. De gestelde eisen zorgen voor het gestructureerde kader voor de richtlijnen en garanderen compatibiliteit met eerdere versies. De Werkgroep heeft ook minder formele acceptatiecriteria voor de succescriteria gebruikt, zodat de stijl en kwaliteit van de succescriteria overeenkomen met die van de criteria in WCAG 2.0. Deze eisen vormden een beperking voor wat kon worden opgenomen in WCAG 2.2. Deze beperking is belangrijk omdat die ervoor zorgt dat er meerdere versies (dot-release) van WCAG 2 mogelijk zijn.

Vergelijking met WCAG 2.1

WCAG 2.2 werd gestart met als doel om het werk van WCAG 2.1 voort te zetten: Het verbeteren van de aanbevelingen over toegankelijkheid voor 3 grote groepen: gebruikers met een leer- of cognitieve functiebeperking, slechtzienden en gebruikers met functiebeperkingen bij het gebruik van mobiele apparaten. Er werden veel voorstellen gedaan en geëvalueerd en de Werkgroep heeft uiteindelijk een aantal van deze voorstellen uitgewerkt. De definitieve succescriteria in deze versie zijn gebaseerd op de structurele eisen uit WCAG 2.0, de duidelijkheid en impact van de voorstellen en de tijdlijn. Volgens de Werkgroep zijn de aanbevelingen voor toegankelijkheid van webcontent voor al deze gebieden in WCAG 2.2 aanzienlijk verbeterd, maar de Werkgroep benadrukt dat deze richtlijnen niet in alle behoeften van gebruikers voorzien.

WCAG 2.2 bouwt voort op en is compatibel met de voorgaande versie WCAG 2.1. Dit betekent dat webpagina's die conformeren aan WCAG 2.2 ook conformeren aan WCAG 2.1. Er zijn eisen toegevoegd die voortbouwen op 2.1 en 2.0. WCAG 2.2 heeft 1 succescriterium verwijderd, namelijk 4.1.1 Parsen. Auteurs die beleidsmatig verplicht zijn om te voldoen aan WCAG 2.0 of 2.1, kunnen hun content bijwerken naar WCAG 2.2, maar moeten mogelijk blijven testen op en rapporteren over 4.1.1. Auteurs die meer dan 1 versie van de richtlijnen volgen, moeten rekening houden met de hierna volgende aanvullingen.

Nieuwe kenmerken in WCAG 2.2

WCAG 2.2 bouwt voort op WCAG 2.1 met de toevoeging van nieuwe succescriteria en hun definities, richtlijnen om de toevoegingen te structureren. Deze aanpak met aanvullingen helpt om duidelijk te maken dat sites die conformeren aan WCAG 2.2 ook conformeren aan WCAG 2.1. De Accessibility Guidelines Werkgroep beveelt aan dat sites WCAG 2.2 als nieuw conformiteitsniveau gebruiken, zelfs wanneer formele verplichtingen verwijzen naar eerdere versies, zodat zij een verbeterde toegankelijkheid kunnen bieden en inspelen op toekomstige veranderingen in beleid.

De volgende succescriteria zijn toegevoegd aan WCAG 2.2:

De nieuwe succescriteria kunnen verwijzen naar nieuwe termen die ook zijn toegevoegd aan de verklarende woordenlijst en deel uitmaken van de normatieve vereisten van de succescriteria.

WCAG 2.2 introduceert ook nieuwe secties met details over aspecten van de specificatie die van invloed kunnen zijn op privacy en security.

Nummering in WCAG 2.2

Om verwarring te voorkomen bij gebruikers die veel waarde hechten aan achterwaartse compatibiliteit met WCAG 2 versies, zijn de nieuwe succescriteria in WCAG 2.2 aan het einde van de reeks succescriteria van de betreffende richtlijn toegevoegd. Hierdoor hoeft de paragraafnummering van de succescriteria in WCAG 2 niet te worden aangepast. Dat zou wel noodzakelijk zijn geweest als de nieuwe succescriteria tussen de bestaande succescriteria waren toegevoegd. Het gevolg is wel dat de succescriteria van elke richtlijn niet meer per conformiteitsniveau zijn gegroepeerd. De volgorde van de succescriteria van elke richtlijn geeft geen informatie over het conformiteitsniveau; dit kan alleen worden afgeleid uit de indicaties (A / AA / AAA) bij het betreffende succescriterium. De WCAG 2.2 Quick Reference biedt een mogelijkheid om succescriteria, gegroepeerd per conformiteitsniveau, te bekijken samen met andere filter- en sorteermogelijkheden.

Conformiteit met WCAG 2.2

WCAG 2.2 gebruikt hetzelfde conformiteitsmodel als WCAG 2.0. Het is de bedoeling dat sites die conformeren aan WCAG 2.2 ook conformeren aan WCAG 2.0 en WCAG 2.1. Dit betekent dat ze voldoen aan de eisen in alle beleidsmaatregelen die verwijzen naar WCAG 2.0 of WCAG 2.1, terwijl ook beter wordt voldaan aan de behoeften van gebruikers van het huidige web.

Latere versies van de Richtlijnen voor Toegankelijkheid

Naast WCAG 2.2 ontwikkelt de Accessibility Guidelines Werkgroep een nieuwe hoofdversie van de richtlijnen voor toegankelijkheid. Het verwachte resultaat van dit werk is een meer substantiële herstructurering van de toegankelijkheidsrichtlijnen dan realistisch zou zijn voor een dot-release van WCAG 2. Er wordt een op onderzoeksresultaten en gebruikers gerichte ontwerpmethode gevolgd om het meest effectieve en flexibele resultaat te creëren, inclusief de rollen van content authoring, user agent support en authoring tool support. Omdat het gaat om een meerjarige inspanning, is WCAG 2.2 nodig als interim maatregel die voorziet in bijgewerkte aanbevelingen voor toegankelijkheid die een weerspiegeling zijn van de veranderingen op het web sinds de publicatie van WCAG 2.0. De Werkgroep kan op korte termijn meer interim-versies maken, beginnend met WCAG 2.2, om extra ondersteuning te bieden terwijl de hoofdversie wordt voltooid.

1. Waarneembaar

Informatie en componenten van de gebruikersinterface moeten toonbaar zijn aan gebruikers op voor hen waarneembare wijze.

Richtlijn 1.1 Tekstalternatieven

Lever tekstalternatieven voor alle niet-tekstuele content, zodat die veranderd kan worden in andere vormen die mensen nodig hebben, zoals grote letters, braille, spraak, symbolen of eenvoudigere taal.

Succescriterium 1.1.1 Niet-tekstuele content

(Niveau A)

Alle niet-tekstuele content die aan de gebruiker wordt gepresenteerd, heeft een tekstalternatief dat een gelijkwaardig doel dient, behalve voor de hierna vermelde situaties.

Bedieningselementen, invoer

Als niet-tekstuele content een bedieningselement is of gebruikersinvoer accepteert, dan heeft deze een naam die het doel ervan beschrijft. (We verwijzen naar succescriterium 4.1.2 voor aanvullende eisen ten aanzien van bedieningselementen en content die gebruikersinvoer accepteren.)

Op tijd gebaseerde media

Als niet-tekstuele content op tijd gebaseerde media is, dan leveren tekstalternatieven ten minste een beschrijving van de niet-tekstuele content. (We verwijzen naar Richtlijn 1.2 voor aanvullende eisen ten aanzien van media.)

Test

Als niet-tekstuele content een test of oefening is die, als ze door middel van tekst gepresenteerd wordt onjuist zou zijn, dan leveren tekstalternatieven ten minste een beschrijving van de niet-tekstuele content.

Zintuiglijk

Als niet-tekstuele content primair is bedoeld om een specifieke zintuiglijke ervaring te creëren, dan leveren tekstalternatieven ten minste een beschrijving van de niet-tekstuele content.

CAPTCHA

Als het doel van niet-tekstuele content is om te bevestigen dat content wordt gebruikt door een persoon in plaats van een computer, dan worden tekstalternatieven geleverd die het doel van de niet-tekstuele content identificeren en beschrijven. En er worden alternatieve vormen van CAPTCHA aangeboden gebruikmakend van uitvoermodes voor verschillende soorten van zintuiglijke perceptie om tegemoet te komen aan verschillende functiebeperkingen.

Decoratie, opmaak, onzichtbaar

Als niet-tekstuele content puur decoratief is, slechts voor visuele opmaak wordt gebruikt, of niet aan gebruikers wordt gerepresenteerd, dan wordt het op zo'n manier geïmplementeerd dat het genegeerd kan worden door hulptechnologie.

Richtlijn 1.2 Op tijd gebaseerde media

Lever alternatieven voor op tijd gebaseerde media.

Succescriterium 1.2.1 Louter-geluid en louter-videobeeld (vooraf opgenomen)

(Niveau A)

Voor media met vooraf opgenomen louter-geluid en vooraf opgenomen louter-videobeeld is het volgende waar, behalve als de audio of video een media-alternatief voor tekst is en duidelijk als zodanig is gelabeld:

Vooraf opgenomen louter-geluid

Er wordt een alternatief geleverd voor op tijd gebaseerde media dat equivalente informatie geeft voor vooraf opgenomen louter-geluid content.

Vooraf opgenomen louter-videobeeld

Er wordt een alternatief geleverd voor op tijd gebaseerde media of een geluidsspoor dat equivalente informatie geeft voor vooraf opgenomen louter-videobeeld content.

Succescriterium 1.2.2 Ondertitels voor doven en slechthorenden (vooraf opgenomen)

(Niveau A)

Er worden ondertitels voor doven en slechthorenden geleverd voor alle vooraf opgenomen audiocontent in gesynchroniseerde media, behalve als het mediabestand een media-alternatief voor tekst is en duidelijk als zodanig is gelabeld.

Succescriterium 1.2.3 Audiodescriptie of media-alternatief (vooraf opgenomen)

(Niveau A)

Er wordt een alternatief geleverd voor op tijd gebaseerde media of audiodescriptie van de vooraf opgenomen videocontent geleverd voor gesynchroniseerde media, behalve als het mediabestand een media-alternatief voor tekst is en duidelijk als zodanig is gelabeld.

Succescriterium 1.2.4 Ondertitels voor doven en slechthorenden (live)

(Niveau AA)

Er worden ondertitels voor doven en slechthorenden geleverd voor alle live audiocontent in gesynchroniseerde media.

Succescriterium 1.2.5 Audiodescriptie (vooraf opgenomen)

(Niveau AA)

Er wordt een audiodescriptie geleverd voor alle vooraf opgenomen videocontent in gesynchroniseerde media.

Succescriterium 1.2.6 Gebarentaal (vooraf opgenomen)

(Niveau AAA)

Er wordt een gebarentaalvertolking geleverd voor alle vooraf opgenomen audiocontent in gesynchroniseerde media.

Succescriterium 1.2.7 Verlengde audiodescriptie (vooraf opgenomen)

(Niveau AAA)

Waar pauzes in voorgrondgeluid onvoldoende zijn om audiodescripties toe te passen om de boodschap van de video over te brengen, wordt een verlengde audiodescriptie geleverd voor alle vooraf opgenomen videocontent in gesynchroniseerde media.

Succescriterium 1.2.8 Media-alternatief (vooraf opgenomen)

(Niveau AAA)

Er wordt een alternatief geleverd voor op tijd gebaseerde media voor alle vooraf opgenomen gesynchroniseerde media en voor alle vooraf opgenomen louter-videobeeld media.

Succescriterium 1.2.9 Louter-geluid (live)

(Niveau AAA)

Er wordt een alternatief geleverd voor op tijd gebaseerde media dat equivalente informatie presenteert voor live louter-geluid content.

Richtlijn 1.3 Aanpasbaar

Creëer content die op verschillende manieren gepresenteerd kan worden (bijvoorbeeld eenvoudiger lay-out) zonder verlies van informatie of structuur.

Succescriterium 1.3.1 Info en relaties

(Niveau A)

Informatie, structuur en relaties overgebracht door presentatie kunnen door software bepaald worden of zijn beschikbaar in tekst.

Succescriterium 1.3.2 Betekenisvolle volgorde

(Niveau A)

Als de volgorde waarin content wordt gepresenteerd van invloed is op zijn betekenis, kan een correcte leesvolgorde door software bepaald worden.

Succescriterium 1.3.3 Zintuiglijke eigenschappen

(Niveau A)

Instructies die geleverd worden om content te begrijpen en te bedienen zijn niet alleen afhankelijk van zintuiglijke eigenschappen van componenten zoals vorm, kleur, omvang, visuele locatie, oriëntatie of geluid.

Noot

Voor eisen met betrekking tot kleur zie Richtlijn 1.4.

Succescriterium 1.3.4 Weergavestand

(Niveau AA)

De content beperkt de weergave en bediening niet tot een enkele presentatie-oriëntatie, zoals staand of liggend, tenzij een specifieke presentatie-oriëntatie essentieel is.

Noot

Voorbeelden waarbij een specifieke presentatie-oriëntatie essentieel kan zijn: een acceptgiro, een piano applicatie, dia’s voor een projector of televisiescherm, of Virtual Reality waarbij de weergavestand van de content niet noodzakelijkerwijs beperkt is tot staand of liggend.

Succescriterium 1.3.5 Identificeer het doel van de input

(Niveau AA)

Het doel van elk invoerveld waarmee informatie van de gebruiker wordt verzameld, kan door software bepaald worden wanneer:

Succescriterium 1.3.6 Identificeer het doel

(Niveau AAA)

In content die is geïmplementeerd met opmaaktalen, kan het doel van de componenten van de gebruikersinterface, pictogrammen en regio's door software bepaald worden.

Richtlijn 1.4 Onderscheidbaar

Maak het voor gebruikers gemakkelijker om content te horen en te zien, waaronder scheiding van voorgrond en achtergrond.

Succescriterium 1.4.1 Gebruik van kleur

(Niveau A)

Kleur wordt niet als het enige visuele middel gebruikt om informatie over te brengen, een actie aan te geven, tot een reactie op te roepen of een visueel element te onderscheiden.

Noot

Dit succescriterium richt zich specifiek op kleurperceptie. Andere vormen van perceptie worden behandeld in Richtlijn 1.3 inclusief softwarematige toegang tot kleur en andere codering van visuele presentatie.

Succescriterium 1.4.2 Geluidsbediening

(Niveau A)

Als een geluidsweergave op een webpagina automatisch meer dan 3 seconden speelt, is er of een mechanisme beschikbaar om de geluidsweergave te pauzeren of te stoppen, of er is een mechanisme beschikbaar om het geluidsvolume onafhankelijk van het overall systeemvolume te regelen.

Noot

Omdat content die niet aan dit succescriterium voldoet het vermogen van een gebruiker om de hele pagina te gebruiken kan belemmeren, moet alle content op de webpagina (of die nu wel of niet gebruikt wordt om aan andere succescriteria te voldoen) aan dit succescriterium voldoen. Zie Conformiteitseis 5: Non-interferentie.

Succescriterium 1.4.3 Contrast (minimum)

(Niveau AA)

De visuele weergave van tekst en afbeeldingen van tekst heeft een contrastverhouding van ten minste 4,5:1, behalve in de volgende gevallen:

Grote tekst

Grote tekst en afbeeldingen van grote tekst hebben een contrastverhouding van ten minste 3:1;

Incidenteel

Tekst of afbeeldingen van tekst die deel zijn van een inactieve component van de gebruikersinterface, die puur decoratief zijn, die voor niemand zichtbaar zijn, of die onderdeel zijn van een afbeelding die significant andere visuele content bevat, hebben geen contrasteis.

Woordmerken

Tekst die onderdeel is van een logo of merknaam heeft geen contrasteis.

Succescriterium 1.4.4 Herschalen van tekst

(Niveau AA)

Behalve voor ondertitels voor doven en slechthorenden en afbeeldingen van tekst, kan tekst zonder hulptechnologie tot 200% geschaald worden zonder verlies van content of functionaliteit.

Succescriterium 1.4.5 Afbeeldingen van tekst

(Niveau AA)

Als de gebruikte technologieën de visuele weergave tot stand kunnen brengen, wordt tekst gebruikt in plaats van afbeeldingen van tekst om informatie over te brengen, behalve in de volgende gevallen:

Aanpasbaar

De afbeelding van tekst kan visueel aangepast worden aan de eisen van de gebruiker;

Essentieel

Een specifieke weergave van tekst is essentieel voor de informatie die wordt overgebracht.

Noot

Woordmerken (tekst die onderdeel is van een logo of merknaam) worden als essentieel beschouwd.

Succescriterium 1.4.6 Contrast (versterkt)

(Niveau AAA)

De visuele weergave van tekst en afbeeldingen van tekst heeft een contrastverhouding van ten minste 7:1, behalve in de volgende gevallen:

Grote tekst

Grote tekst en afbeeldingen van grote tekst hebben een contrastverhouding van ten minste 4,5:1;

Incidenteel

Tekst of afbeeldingen van tekst die onderdeel zijn van een inactieve componenten van de gebruikersinterface, die puur decoratief zijn, die voor niemand zichtbaar zijn, of die onderdeel zijn van een afbeelding die significant andere visuele content bevat, hebben geen contrasteis.

Woordmerken

Tekst die onderdeel is van een logo of merknaam heeft geen contrasteis.

Succescriterium 1.4.7 Weinig of geen achtergrondgeluid

(Niveau AAA)

Voor vooraf opgenomen louter-geluidcontent die (1) voornamelijk spraak op de voorgrond bevat, (2) geen geluids-CAPTCHA of audiologo is, en (3) geen vocalisatie is die primair bedoeld is als muzikale expressie zoals zingen of rappen, is ten minste één van de volgende zaken waar:

Geen achtergrond:

De geluidsopname bevat geen achtergrondgeluiden.

Uitzetten

De achtergrondgeluiden kunnen uitgezet worden.

20 dB

De achtergrondgeluiden zijn ten minste 20 decibel lager dan spraak content die op de voorgrond klinkt, met uitzondering van incidentele geluiden die slechts één of twee seconden duren.

Noot

Uit de definitie van "decibel" volgt dat achtergrondgeluid dat aan deze eis voldoet ongeveer vier keer zachter klinkt dan de spraak content op de voorgrond.

Succescriterium 1.4.8 Visuele weergave

(Niveau AAA)

Voor de visuele weergave van tekstblokken is een mechanisme beschikbaar om het volgende te realiseren:

  • Voor- en achtergrondkleuren kunnen door de gebruiker worden gekozen.
  • De breedte is niet meer dan 80 karakters of tekens (40 in het geval van CJK).
  • Tekst is niet uitgevuld (uitgelijnd naar linker- en rechterkantlijnen).
  • Regelafstand is ten minste 1,5 spatie binnen alinea's en alinea-afstand is ten minste 1,5 keer zo groot als de regelafstand.
  • Tekst kan zonder hulptechnologie herschaald worden tot 200% op een zodanige manier dat de gebruiker niet horizontaal hoeft te scrollen om een regel tekst te lezen op een venster even groot als het volle beeld.
Noot 1

Content hoeft niet aan deze waarden te voldoen. De vereiste is dat er een mechanisme beschikbaar is voor gebruikers om deze weergaveaspecten te wijzigen. Het mechanisme kan worden geleverd door de browser of een andere user agent. Het is niet verplicht om in de content het mechanisme aan te bieden.

Noot 2

Sommige talen gebruiken, als het om schriftsystemen gaat, verschillende weergaveaspecten om leesbaarheid en duidelijkheid te verbeteren. Als een weergaveaspect in dit succescriterium niet wordt gebruikt in een schriftsysteem, dan hoeft de content die weergave-instelling niet te gebruiken om te voldoen. Auteurs worden aangemoedigd om handreikingen te volgen voor het verbeteren van de readableheid en duidelijkheid van tekst in hun schriftsysteem.

Succescriterium 1.4.9 Afbeeldingen van tekst (geen uitzondering)

(Niveau AAA)

Afbeeldingen van tekst worden alleen puur decoratief gebruikt, of daar waar een specifieke weergave van tekst essentieel is voor de informatie die wordt overgebracht.

Noot

Opmerking: woordmerken (tekst die onderdeel is van een logo of merknaam) worden als essentieel beschouwd.

Succescriterium 1.4.10 Reflow

(Niveau AA)

Content kan zonder verlies van informatie of functionaliteit en zonder te moeten scrollen in twee dimensies, worden weergegeven voor:

  • Verticaal scrollbare content met een breedte gelijkwaardig aan 320 CSS-pixels;
  • Horizontaal scrollbare content met een hoogte gelijkwaardig aan 256 CSS-pixels;

Met uitzondering van delen van de content die voor het gebruik of de betekenis een tweedimensionale lay-out vereisen.

Noot 1

320 CSS-pixels zijn gelijk aan de beginbreedte van een weergavekader van 1280 CSS-pixels bij 400% zoom. Voor webcontent die ontworpen is om horizontaal te scrollen (bijv. bij verticale tekst), zijn de 256 CSS-pixels gelijk aan de beginbreedte van een weergavekader van 1024 CSS-pixels bij 400% zoom.

Noot 2

Voorbeelden van content die een tweedimensionale lay-out vereisen, zijn afbeeldingen nodig om iets te begrijpen (zoals kaarten en schema's), video's, games, presentaties, gegevenstabellen (geen individuele cellen) en interfaces waarbij de werkbalken zichtbaar moeten blijven tijdens het manipuleren van de content. Het is aanvaardbaar om voor zulke onderdelen van de content tweedimensionaal scrollen aan te bieden.

Succescriterium 1.4.11 Contrast van niet-tekstuele content

(Niveau AA)

De visuele weergave van het volgende heeft een contrastverhouding van ten minste 3:1 ten opzichte van aangrenzende kleuren:

Componenten van de gebruikersinterface
Visuele informatie die vereist is om componenten van de gebruikersinterface en statussen te identificeren, met uitzondering van inactieve componenten of componenten waarvan de weergave van de component wordt bepaald door de user agent en niet wordt aangepast door de auteur;
Grafische objecten
Delen van afbeeldingen die vereist zijn om de content te begrijpen, behalve wanneer een specifieke weergave van afbeeldingen essentieel is voor de informatie die wordt overgebracht.

Succescriterium 1.4.12 Tekstafstand

(Niveau AA)

Bij content die wordt geïmplementeerd met opmaaktalen die de volgende stijleigenschappen voor tekst ondersteunen, is er geen sprake van verlies van content of functionaliteit door het instellen van alle volgende, en door het niet wijzigen van andere stijleigenschappen:

  • Regelhoogte (regelafstand) naar ten minste 1,5 keer de lettergrootte;
  • Afstand tussen alinea's naar ten minste 2 keer de lettergrootte;
  • Letterafstand (spatiëren van letters) naar ten minste 0,12 keer de lettergrootte;
  • Spatiëren van woorden naar ten minste 0,16 keer de lettergrootte.

Uitzondering: Menselijke talen en scripts die geen gebruik maken van een of meer van deze eigenschappen voor tekststijl in schriftelijke tekst, kunnen voldoen aan de eisen door alleen gebruik te maken van de eigenschappen die bestaan voor de betreffende combinatie van taal en script.

Noot 1

Het is niet verplicht om voor content deze waarden voor tekstafstand te gebruiken. De eis is om ervoor te zorgen dat als een gebruiker de ingestelde waarden vervangt, er dan geen content of functionaliteit verloren gaat.

Noot 2

Voor sommige talen gebruiken schriftsystemen verschillende instellingen voor tekstafstand, zoals inspringen aan het begin van een alinea. Auteurs worden aangemoedigd om lokaal beschikbare handreikingen te volgen voor het verbeteren van de leesbaarheid en duidelijkheid van tekst in hun schriftsystemen.

Succescriterium 1.4.13 Content bij hover of focus

(Niveau AA)

Wanneer aanvullende content zichtbaar wordt en daarna weer verborgen, door het gebruik van hover met de aanwijzer of focus met het toetsenbord, gelden de volgende zaken:

Sluiten
Er is een mechanisme beschikbaar waarmee de aanvullende content kan worden gesloten zonder de aanwijzer hover of de toetsenbordfocus te verplaatsen, tenzij de aanvullende content een invoerfout communiceert of andere content niet verbergt of vervangt;
Aanwijsbaar
Wanneer een aanwijzer hover aanvullende content kan activeren, dan kan de aanwijzer over de aanvullende content worden bewogen zonder dat deze verdwijnt;
Aanhouden
De aanvullende content blijft zichtbaar totdat de oorzaak voor de hover of focus is verwijderd, de gebruiker de content sluit of de informatie niet langer geldig is.

Uitzondering: De visuele weergave van de aanvullende content wordt beheerd door de user agent en is niet aangepast door de auteur.

Noot 1

Voorbeelden van aanvullende content die door de user agent wordt bepaald, zijn de browser tooltips die worden gemaakt met behulp van het HTML title-attribuut.

Noot 2

Aangepaste tooltips, submenu's en andere niet-modale pop-ups die worden weergegeven bij hover en focus zijn voorbeelden van aanvullende content waarop dit criterium van toepassing is.

Noot 3

Dit criterium is van toepassing op content die aanvullend verschijnt met de activerende component zelf. Aangezien verborgen componenten die zichtbaar worden bij toetsenbordfocus (zoals links die worden gebruikt om naar een ander deel van een pagina te springen) geen aanvullende content presenteren, vallen ze niet onder dit criterium.

2. Bedienbaar

Componenten van de gebruikersinterface en navigatie moeten bedienbaar zijn.

Richtlijn 2.1 Toetsenbordtoegankelijk

Maak alle functionaliteit beschikbaar vanaf een toetsenbord.

Succescriterium 2.1.1 Toetsenbord

(Niveau A)

Alle functionaliteit van de content is bedienbaar via een toetsenbordinterface zonder dat afzonderlijke toetsaanslagen aan tijd gebonden zijn, behalve als de onderliggende functie een invoer vereist die afhangt van het pad dat de gebruiker aflegt en niet alleen van de eindpunten.

Noot 1

Deze uitzondering is gerelateerd aan de onderliggende functie, niet aan de invoertechniek. Als we bijvoorbeeld met de hand geschreven tekst invoeren, vereist de invoertechniek (met de hand geschreven tekst) pad-afhankelijke invoer, maar de onderliggende functie (tekstinvoer) vereist dat niet.

Noot 2

Dit succescriterium verbiedt geen muisinvoer of andere invoermethoden naast de toetsenbordinvoer en wil dit ook niet ontmoedigen.

Succescriterium 2.1.2 Geen toetsenbordval

(Niveau A)

Als de toetsenbordfocus met de toetsenbordinterface verplaatst kan worden naar een component van de pagina, dan kan de focus ook met alleen de toetsenbordinterface weer van dat component weg worden bewogen. En, als er meer nodig is dan de standaard pijl- of tabtoetsen of andere standaard methoden om de focus te verplaatsen, dan wordt de gebruiker geïnformeerd over de manier waarop de focus kan worden verplaatst.

Noot

Omdat content die niet aan dit succescriterium voldoet het vermogen van een gebruiker om de hele pagina te gebruiken kan belemmeren, moet alle content op de webpagina (ongeacht of deze gebruikt wordt om aan andere succescriteria te voldoen of niet) voldoen aan dit succescriterium. Zie Conformiteitseis 5: Non-interferentie.

Succescriterium 2.1.3 Toetsenbord (geen uitzondering)

(Niveau AAA)

Alle functionaliteit van de content is bedienbaar via een toetsenbordinterface zonder specifieke timing te vereisen voor de individuele toetsaanslagen

Succescriterium 2.1.4 Enkel teken sneltoetsen

(Niveau A)

Wanneer een sneltoets in content wordt geïmplementeerd door alleen letters (inclusief hoofdletters en kleine letters), leestekens, cijfers of symbolen te gebruiken, geldt ten minste één van de volgende zaken:

Uitzetten
Er is een mechanisme beschikbaar waarmee de sneltoets kan worden uitgezet;
Opnieuw toewijzen
Er is een mechanisme beschikbaar om de sneltoets opnieuw toe te wijzen aan één of meerdere niet-afdrukbare tekens (bijv. Ctrl, Alt, enz.);
Alleen actief bij focus
De sneltoets voor een component van de gebruikersinterface is alleen actief wanneer de betreffende component de focus heeft.

Richtlijn 2.2 Genoeg tijd

Geef gebruikers genoeg tijd om content te lezen en te gebruiken.

Succescriterium 2.2.1 Timing aanpasbaar

(Niveau A)

Voor elke tijdslimiet die door de content wordt ingesteld, geldt ten minste één van de volgende zaken:

Uitzetten

De gebruiker kan de tijdslimiet uitzetten voordat die wordt bereikt; of

Aanpassen

De gebruiker mag de tijdslimiet aanpassen voordat deze is verstreken over een bereik van ten minste tien keer de standaardinstelling; of

Verlengen

De gebruiker wordt gewaarschuwd voor de tijd afloopt en krijgt ten minste 20 seconden om de tijdslimiet met een eenvoudige handeling te verlengen (bijvoorbeeld, "druk op de spatiebalk"), en de gebruiker mag de tijdslimiet ten minste tien keer verlengen; of

Real-time uitzondering

De tijdslimiet is onderdeel van een realtime gebeurtenis (een veiling bijvoorbeeld) en er is geen alternatief voor de tijdslimiet mogelijk; of

Essentiële uitzondering

De tijdslimiet is essentieel en verlenging zou de activiteit ongeldig maken; of

20 uur uitzondering

De tijdslimiet is langer dan 20 uur.

Noot

Dit succescriterium helpt om ervoor te zorgen dat gebruikers taken kunnen voltooien zonder onverwachte veranderingen in content of context die het resultaat zijn van een tijdslimiet. Dit succescriterium moet in samenhang met Succescriterium 3.2.1 worden beschouwd, dat limieten stelt aan veranderingen van content of context als gevolg van een gebruikersactie.

Succescriterium 2.2.2 Pauzeren, stoppen, verbergen

(Niveau A)

Voor alle bewegende, knipperende, scrollende of automatisch actualiserende informatie gelden alle volgende zaken:

Bewegen, knipperen, scrollen:

Voor bewegende, knipperende of scrollende informatie die (1) automatisch start, (2) langer dan vijf seconden duurt, en (3) parallel met andere content wordt getoond, is er een mechanisme voor de gebruiker om dit te pauzeren, te stoppen of te verbergen, tenzij de beweging, knippering of scrolling, onderdeel is van een activiteit waar ze essentieel is en

Automatisch actualiserend:

Voor elke soort automatisch actualiserende informatie die (1) automatisch start en (2) parallel met andere content wordt gepresenteerd, is er een mechanisme voor de gebruiker om dit te pauzeren, te stoppen of te verbergen of de frequentie van de actualisering in te stellen, tenzij de automatische actualisering onderdeel is van een activiteit waar ze essentieel is.

Noot 1

Voor eisen gerelateerd aan knipperende of flitsende content zie Richtlijn 2.3.

Noot 2

Omdat content die niet aan dit succescriterium voldoet het vermogen van een gebruiker om de hele pagina te gebruiken kan belemmeren, moet alle content op de webpagina (of ze gebruikt wordt om aan andere succescriteria te voldoen of niet) voldoen aan dit succescriterium. Zie conformiteitseis 5: Non-interferentie.

Noot 3

Van content die periodiek door software wordt geactualiseerd of die naar de user agent wordt verzonden, wordt niet vereist dat ze informatie behoudt of weergeeft die gegenereerd of ontvangen wordt tussen het begin van de pauze en het moment van de hervatting van de weergave, aangezien dit technisch wellicht niet mogelijk is en het in veel situaties misleidend is om dit te doen.

Noot 4

Een animatie die speelt tijdens het laden of een gelijkwaardige situatie, kan als essentieel worden beschouwd als niet tegelijkertijd interactie kan plaatsvinden door alle gebruikers en als het niet aangeven van de voortgang gebruikers zou kunnen verwarren of laten denken dat de content vastgelopen of onvolledig was.

Succescriterium 2.2.3 Geen timing

(Niveau AAA)

Timing is geen essentieel onderdeel van de gebeurtenis of activiteit die door de content wordt weergegeven, behalve voor niet-interactieve gesynchroniseerde media en real-time gebeurtenissen.

Succescriterium 2.2.4 Onderbrekingen

(Niveau AAA)

Onderbrekingen kunnen uitgesteld of uitgezet worden door de gebruiker, behalve onderbrekingen die met een noodsituatie samenhangen.

Succescriterium 2.2.5 Herauthentisering

(Niveau AAA)

Als een geauthentiseerde sessie verloopt, kan de gebruiker na herauthentisering de activiteit zonder gegevensverlies voortzetten.

Succescriterium 2.2.6 Time-outs

(Niveau AAA)

Gebruikers worden gewaarschuwd voor een periode van gebruikersinactiviteit die kan leiden tot verlies van gegevens, tenzij de gegevens gedurende meer dan 20 uur worden bewaard wanneer de gebruiker geen actie onderneemt.

Noot

Privacyregelgeving vereist mogelijk dat de gebruiker uitdrukkelijk toestemming moet geven alvorens de gebruikersidentificatie mag worden geverifieerd en gebruikersgegevens mogen worden bewaard. Wanneer de gebruiker minderjarig is, mag in de meeste rechtsgebieden, landen of regio's mogelijk niet om uitdrukkelijke toestemming worden gevraagd. Aanbevolen wordt om deskundigen op het gebied van privacy te raadplegen en juridisch advies in te winnen wanneer men het bewaren van gegevens als een mogelijkheid beschouwd om aan dit succescriterium te voldoen.

Richtlijn 2.3 Toevallen en fysieke reacties

Ontwerp content niet op een manier waarvan bekend is dat die toevallen of fysieke reacties veroorzaakt.

Succescriterium 2.3.1 Drie flitsen of beneden drempelwaarde

(Niveau A)

Webpagina's bevatten niets wat meer dan drie keer flitst in enige periode van één seconde of de flits is beneden de algemene flits- en rodeflitsdrempelwaarden.

Noot

Omdat content die niet aan dit succescriterium voldoet het vermogen van een gebruiker om de hele pagina te gebruiken kan belemmeren, moet alle content op de webpagina (ongeacht of deze gebruikt wordt om aan andere succescriteria te voldoen of niet) voldoen aan dit succescriterium. Zie Conformiteitseis 5: Non-interferentie.

Succescriterium 2.3.2 Drie flitsen

(Niveau AAA)

Webpagina's bevatten niets wat meer dan drie keer flitst in enige periode van één seconde.

Succescriterium 2.3.3 Animatie uit interacties

(Niveau AAA)

Bewegingsanimatie die door interactie wordt geactiveerd, kan worden uitgeschakeld, behalve als de animatie essentieel is voor de functionaliteit of voor de informatie die wordt overgebracht.

Richtlijn 2.5 Input modaliteiten

Maak het eenvoudiger voor gebruikers om de functionaliteit te bedienen met andere vormen van invoer dan alleen het toetsenbord.

Succescriterium 2.5.1 Aanwijzergebaren

(Niveau A)

Alle functionaliteit waarmee bij de bediening gebruik wordt gemaakt van meerpunts- of padgebaseerde gebaren, kan worden bediend met een enkele aanwijzer zonder een padgebaseerd gebaar, tenzij een meerpunts- of padgebaseerd gebaar essentieel is.

Noot

Deze eis is van toepassing op webcontent die acties met de aanwijzer interpreteert (NB: dit geldt niet voor acties die vereist zijn om de user agent of hulptechnologie te bedienen).

Succescriterium 2.5.2 Aanwijzerannulering

(Niveau A)

Voor functionaliteit die kan worden bediend met een enkele aanwijzer, geldt ten minste één van de volgende zaken:

Geen down-event
Het down-event van de aanwijzer wordt niet gebruikt om enig onderdeel van de functie uit te voeren;
Afbreken of ongedaan maken
De functie wordt voltooid door het up-event en er is een mechanisme beschikbaar om de functie af te breken voordat deze wordt voltooid of om de functie ongedaan te maken als deze is voltooid;
Up reversal
Met het up-event wordt elk resultaat van het voorgaande down-event ongedaan gemaakt;
Essentieel
Het voltooien van de functie met het down-event is essentieel.
Noot 1

Functies die het indrukken van een toets op het toetsenbord of het numeriek toetsenbord nabootsen, worden als essentieel beschouwd.

Noot 2

Deze eis is van toepassing op webcontent die acties met de aanwijzer interpreteert (dus dit geldt niet voor acties die vereist zijn om de user agent of hulptechnologie te bedienen).

Succescriterium 2.5.3 Label in naam

(Niveau A)

Bij componenten van de gebruikersinterface met labels die tekst of afbeeldingen van tekst bevatten, bevat de naam de tekst die visueel wordt weergegeven.

Noot

Een best practice is om de naam te laten beginnen met de tekst van het label.

Succescriterium 2.5.4 Bewegingsactivering

(Niveau A)

Functionaliteit die kan worden bediend door de beweging van een apparaat of beweging van een gebruiker, kan ook worden bediend met componenten van de gebruikersinterface. De reactie op de beweging kan worden uitgeschakeld om onbedoelde activering te voorkomen, behalve wanneer:

Ondersteunde interface
De beweging wordt gebruikt om de functionaliteit te bedienen via een door toegankelijkheid ondersteunde interface;
Essentieel
De beweging is essentieel voor de functie en wanneer de reactie op de beweging wordt uitgeschakeld, wordt de activiteit ongeldig gemaakt.

Succescriterium 2.5.5 Grootte van het aanwijsgebied (uitgebreid)

(Niveau AAA)

De grootte van het aanwijsgebied voor aanwijzerinvoer is ten minste 44 bij 44 CSS-pixels, behalve in de volgende gevallen:

Gelijkwaardig
Het doel is beschikbaar via een gelijkwaardige link of een bedieningselement van ten minste 44 bij 44 CSS-pixels op dezelfde pagina;
Inline
Het doel bevindt zich in een regel of tekstblok;
User agent control
De doelgrootte wordt bepaald door de user agent en wordt niet aangepast door de auteur.
Essentieel
Een specifieke weergave van het doel is essentieel voor de informatie die wordt overgebracht.

Succescriterium 2.5.6 Input gelijktijdige invoermechanismen

(Niveau AAA)

Webcontent beperkt niet het gebruik van de invoermanieren die op een platform beschikbaar zijn, behalve wanneer de beperking essentieel is, deze vereist is om de beveiliging van de content te garanderen of deze vereist is om gebruikersinstellingen te beschermen.

Succescriterium 2.5.7 Sleepbewegingen

(Niveau AA)

[Nieuw]

Alle functionaliteit die voor de bediening gebruik maakt van een sleepbeweging kan worden bereikt door een enkele aanwijzer zonder slepen, tenzij slepen essentieel is of de functionaliteit wordt bepaald door de user agent en niet wordt aangepast door de auteur.

Noot

Deze eis is van toepassing op webcontent die acties met de aanwijzer interpreteert (d.w.z.: dit geldt niet voor acties die vereist zijn om de user agent of hulptechnologie te bedienen).

Succescriterium 2.5.8 Grootte van het aanwijsgebied (minimum)

(Niveau AA)

[Nieuw]

De grootte van het aanwijsgebied voor aanwijzerinvoer is ten minste 24 bij 24 CSS pixels, behalve in de volgende gevallen:

  • Afstand: Te kleine aanwijsgebieden (minder dan 24 bij 24 CSS-pixels) zijn gepositioneerd zodat als een cirkel met een diameter van 24 CSS-pixels wordt gecentreerd op het begrenzingskader van elk aanwijsgebied, de cirkels geen ander aanwijsgebied of de cirkel voor een ander te klein aanwijsgebied overlappen;
  • Gelijkwaardig: De functie kan worden bereikt via een ander bedieningselement op dezelfde pagina dat aan dit criterium voldoet;
  • Inline: Het aanwijsgebied bevindt zich in een zin of de grootte ervan wordt op een andere manier beperkt door de regelhoogte van tekst die geen deel uitmaakt van het aanwijsgebied;
  • Bepaald door user agent: De grootte van het aanwijsgebied wordt bepaald door de user agent en is niet aangepast door de auteur;
  • Essentieel: Een specifieke weergave van het aanwijsgebied is essentieel of is wettelijk vereist voor de betreffende informatie.
Noot 1

Aanwijsgebieden waarmee waarden ruimtelijk kunnen worden geselecteerd op basis van de positie binnen het gebied, worden beschouwd als 1 aanwijsgebied voor het succescriterium. Voorbeelden zijn schuifregelaars, kleurenkiezers die een kleurverloop weergeven, of bewerkbare gebieden waar je de cursor in kunt positioneren.

Noot 2

Voor inline aanwijsgebieden moet de regelhoogte worden geïnterpreteerd als zijnde loodrecht op de tekstrichting. Bijvoorbeeld, bij een taal die verticaal wordt weergegeven, zou de regelhoogte horizontaal zijn.

3. Begrijpelijk

Informatie en de bediening van de gebruikersinterface moeten begrijpelijk zijn.

Richtlijn 3.1 Leesbaar

Maak tekstcontent leesbaar en begrijpelijk.

Succescriterium 3.1.1 Taal van de pagina

(Niveau A)

De standaard menselijke taal van diverse webpagina's kan door software bepaald worden.

Succescriterium 3.1.2 Taal van onderdelen

(Niveau AA)

De menselijke taal van elke passage of zin in de content kan door software bepaald worden, behalve waar het gaat om eigennamen, technische termen, woorden uit een onbepaalde taal en woorden of zinsdelen die deel zijn gaan uitmaken van het jargon van de onmiddellijk omringende tekst.

Succescriterium 3.1.3 Ongebruikelijke woorden

(Niveau AAA)

Er is een mechanisme beschikbaar voor de identificatie van specifieke definities van woorden of zinsdelen die op een ongebruikelijke of beperkte manier gebruikt worden, inclusief idiomatische uitdrukkingen en jargon.

Succescriterium 3.1.4 Afkortingen

(Niveau AAA)

Er is een mechanisme beschikbaar voor de identificatie van de voluit geschreven vorm of betekenis van afkortingen.

Succescriterium 3.1.5 Leesniveau

(Niveau AAA)

Als tekst, nadat eigennamen en titels verwijderd zijn, een leesvaardigheid vereist die hoger is dan het lager middelbaar onderwijsniveau, dan is aanvullende content beschikbaar, of er is een versie beschikbaar die geen leesvaardigheid vereist die hoger is dan het lager middelbaar onderwijsniveau.

Succescriterium 3.1.6 Uitspraak

(Niveau AAA)

Er is een mechanisme beschikbaar voor het vaststellen van de specifieke uitspraak van woorden indien de betekenis van de woorden in de context dubbelzinnig is zonder kennis van de uitspraak.

Richtlijn 3.2 Voorspelbaar

Maak het uiterlijk en de bediening van webpagina's voorspelbaar.

Succescriterium 3.2.1 Bij focus

(Niveau A)

Als een component van de gebruikersinterface de focus krijgt, dan veroorzaakt dat geen contextwijziging.

Succescriterium 3.2.2 Bij input

(Niveau A)

Verandering van de instelling van een component van de gebruikersinterface veroorzaakt niet automatisch een contextwijziging, tenzij de gebruiker geïnformeerd is over het gedrag vóór het gebruik van de component.

Succescriterium 3.2.3 Consistente navigatie

(Niveau AA)

Navigatiemechanismen, die op meerdere webpagina's binnen een verzameling webpagina's herhaald worden, komen elke keer dat ze worden herhaald in dezelfde relatieve volgorde voor, tenzij een verandering wordt geïnitieerd door de gebruiker.

Succescriterium 3.2.4 Consistente identificatie

(Niveau AA)

Componenten die dezelfde functionaliteit hebben binnen een verzameling webpagina's worden consistent geïdentificeerd.

Succescriterium 3.2.5 Verandering op verzoek

(Niveau AAA)

Contextwijzigingen worden alleen geïnitieerd op verzoek van de gebruiker of er is een mechanisme beschikbaar om zulke veranderingen uit te zetten.

Succescriterium 3.2.6 Consistente hulp

(Niveau A)

[Nieuw]

Als een webpagina een van de volgende hulpmechanismen bevat, en die mechanismes op meerdere webpagina's binnen een verzameling webpagina's worden herhaald, dan komen ze in dezelfde relatieve volgorde voor ten opzichte van andere paginacontent, tenzij een wijziging wordt geïnitieerd door de gebruiker:

  • Menselijke contactgegevens;
  • Menselijk contactmechanisme;
  • Zelfhulpoptie;
  • Een volledig geautomatiseerd contactmechanisme.
Noot 1

Hulpmechanismen kunnen direct op de pagina worden aangeboden, of kunnen worden aangeboden via een directe link naar een andere pagina met die informatie.

Noot 2

Voor dit succescriterium kan ‘dezelfde relatieve volgorde ten opzichte van andere paginacontent’ worden gezien als hoe de content is geordend wanneer de pagina onderdeel is van een serie pagina’s. De visuele positie van een hulpmechanisme is doorgaans consistent bij pagina’s met dezelfde paginavariant (bijv. CSS-break-point). De gebruiker kan een wijziging initiëren, zoals het wijzigen van de zoom of de oriëntatie van de pagina. Dat kan een andere paginavariant veroorzaken. Dit criterium heeft betrekking op de relatieve volgorde binnen pagina's die worden weergegeven in dezelfde paginavariant (bijv. hetzelfde zoomniveau en oriëntatie).

Richtlijn 3.3 Assistentie bij invoer

Help gebruikers om fouten te vermijden en ze te verbeteren.

Succescriterium 3.3.1 Foutidentificatie

(Niveau A)

Als een invoerfout automatisch ontdekt wordt, dan wordt het onderdeel waar de fout zit geïdentificeerd en wordt de fout tekstueel aan de gebruiker meegedeeld.

Succescriterium 3.3.2 Labels of instructies

(Niveau A)

Als de content gebruikersinvoer vereist, dan worden labels of instructies geleverd.

Succescriterium 3.3.3 Foutsuggestie

(Niveau AA)

Als een invoerfout automatisch ontdekt wordt en suggesties voor verbetering bekend zijn, dan worden de suggesties aan de gebruiker geleverd, tenzij dit de beveiliging of het doel van de content in gevaar zou brengen.

Succescriterium 3.3.5 Hulp

(Niveau AAA)

Contextgevoelige hulp is beschikbaar.

Succescriterium 3.3.6 Foutpreventie (alle)

(Niveau AAA)

Voor webpagina's die vereisen dat de gebruiker informatie invoert en verzendt, geldt ten minste één van de volgende zaken:

Omkeerbaar
Verzendingen kunnen ongedaan gemaakt worden.
Gecontroleerd
Door de gebruiker ingevoerde gegevens worden gecontroleerd op invoerfouten en de gebruiker wordt de mogelijkheid gegeven om ze te verbeteren.
Bevestigd
Er is een mechanisme beschikbaar voor het beoordelen, bevestigen en verbeteren van informatie voordat de verzending wordt voltooid.

Succescriterium 3.3.7 Overbodige invoer

(Niveau A)

[Nieuw]

Informatie die eerder is ingevoerd door of aangeboden aan de gebruiker en opnieuw moet worden ingevoerd tijdens hetzelfde proces is:

Behalve wanneer:

Succescriterium 3.3.8 Toegankelijke authenticatie (minimum)

(Niveau AA)

[Nieuw]

Een cognitieve functietest (zoals het onthouden van een wachtwoord of het oplossen van een puzzel) is bij geen enkele stap van een authenticatie proces verplicht, tenzij die stap ten minste een van de volgende opties biedt:

Alternatief
Een andere authenticatiemethode die niet afhankelijk is van een cognitieve functietest.
Mechanisme
Er is een mechanisme beschikbaar om de gebruiker te helpen bij het voltooien van de cognitieve functietest.
Objectherkenning
De cognitieve functietest is gericht op het herkennen van objecten.
Persoonlijke content
De cognitieve functietest is gericht op het identificeren van niet-tekstuele content die de gebruiker aan de website heeft verstrekt.
Noot 1

‘Objectherkenning’ en ‘Persoonlijke content’ kunnen worden weergegeven door afbeeldingen, video of audio.

Noot 2
Voorbeelden van mechanismen die aan dit criterium voldoen, omvatten:
  1. ondersteuning van wachtwoordinvoer door wachtwoordmanagers om de geheugenbehoefte te verminderen, en
  2. kopiëren en plakken om de cognitieve belasting van opnieuw intypen te verminderen.

Succescriterium 3.3.9 Toegankelijke authenticatie (uitgebreid)

(Niveau AAA)

[Nieuw]

Een cognitieve functietest (zoals het onthouden van een wachtwoord of het oplossen van een puzzel) is bij geen enkele stap van een authenticatie proces verplicht, tenzij die stap ten minste een van de volgende opties biedt:

Alternatief
Een andere authenticatiemethode die niet afhankelijk is van een cognitieve functietest.
Mechanisme
Er is een mechanisme beschikbaar om de gebruiker te helpen bij het voltooien van de cognitieve functietest.

4. Robuust

Content moet voldoende robuust zijn om betrouwbaar geïnterpreteerd te kunnen worden door een breed scala van user agents, met inbegrip van hulptechnologieën.

Richtlijn 4.1 Compatibel

Maximaliseer compatibiliteit met huidige en toekomstige user agents, met inbegrip van hulptechnologieën.

Succescriterium 4.1.1 Parsen (verouderd en verwijderd)

Noot

Dit criterium werd oorspronkelijk aangenomen om problemen aan te pakken die hulptechnologie had bij het direct parsen van HTML Hulptechnologie hoeft HTML niet meer rechtstreeks te parsen. Als gevolg hiervan bestaan deze problemen niet meer of worden ze opgevangen door andere criteria. Dit criterium heeft geen nut meer en is verwijderd.

Succescriterium 4.1.2 Naam, rol, waarde

(Niveau A)

Voor alle componenten van de gebruikersinterface (inclusief, maar niet uitsluitend voor formulierelementen, links en door scripts gegenereerde componenten), kunnen de naam (name) en rol (role) door software bepaald worden; toestanden (states), eigenschappen (properties) en waarden (values) die door de gebruiker ingesteld kunnen worden, kunnen door software ingesteld worden; en kennisgeving van veranderingen in deze items is beschikbaar voor user agents, met inbegrip van hulptechnologieën.

Noot

Dit succescriterium is primair voor webauteurs die hun eigen componenten van de gebruikersinterface ontwikkelen of scripten. Standaard bedieningselementen in HTML bijvoorbeeld voldoen al aan dit succescriterium als ze gebruikt worden volgens specificatie.

Succescriterium 4.1.3 Statusberichten

(Niveau AA)

In content die is geïmplementeerd met opmaaktalen kunnen statusberichten door software bepaald worden met behulp van rol (role) of eigenschappen (properties), zodat hulptechnologieën de berichten aan de gebruiker kunnen presenteren zonder dat ze de focus krijgen.

5. Conformiteit

Dit hoofdstuk zet conformiteitseisen voor WCAG 2.2 op een rij. Het geeft ook informatie over het maken van conformiteitsclaims. Conformiteitsclaims zijn optioneel. Ten slotte beschrijft dit hoofdstuk wat het betekent om door toegankelijkheid ondersteund te zijn, aangezien alleen door toegankelijkheid ondersteunde manieren om technologie te gebruiken gesteund worden voor conformiteit. Understanding Conformance geeft verdere uitleg van het begrip door toegankelijkheid ondersteund.

5.1 Normatieve eisen interpreteren

De belangrijkste inhoud van WCAG 2.2 is normatief en definieert de eisen die invloed hebben op conformiteitsclaims. Inleidend materiaal, bijlagen, paragrafen die zijn gemarkeerd als "niet-normatief", schema's, voorbeelden en opmerkingen zijn informatief (niet-normatief). Niet-normatief materiaal geeft advies en informatie over het interpreteren van de richtlijnen, maar schrijft geen eisen voor die gevolgen hebben voor een conformiteitsclaim.

De belangrijke woorden MOGEN, MOETEN, MOETEN NIET, NIET AANBEVOLEN, AANBEVOLEN, ZOUDEN MOETEN en ZOUDEN NIET MOETEN, moeten worden geïnterpreteerd zoals beschreven in [RFC2119].

5.2 Conformiteitseisen

Een webpagina is conform WCAG 2.2 als deze aan alle volgende conformiteitseisen voldoet:

5.2.1 Conformiteitsniveau

Aan een van de volgende conformiteitsniveaus wordt volledig voldaan:

  • Voor conformiteit van Niveau A (het minimumniveau van conformiteit) voldoet de webpagina aan alle succescriteria van Niveau A, of er is een conforme alternatieve versie beschikbaar.
  • Voor conformiteit van Niveau AA voldoet de webpagina aan alle succescriteria van Niveau A en Niveau AA of er is een conforme alternatieve versie van Niveau AA beschikbaar.
  • Voor conformiteit van Niveau AAA voldoet de webpagina aan alle succescriteria van Niveau A, Niveau AA en Niveau AAA of er is een conforme alternatieve versie van Niveau AAA beschikbaar.
Noot 1

Hoewel conformiteit alleen op de vermelde niveaus kan worden bereikt, worden auteurs aangemoedigd om (in hun claim) te rapporteren welke vooruitgang ze boeken bij het voldoen aan succescriteria van alle niveaus hoger dan het bereikte niveau van conformiteit.

Noot 2

Het is niet aan te bevelen om beleidsmatig conformiteit op Niveau AAA te eisen voor hele sites, omdat het voor sommige content niet mogelijk is om aan alle succescriteria van Niveau AAA te voldoen.

5.2.2 Volledige pagina's

Conformiteit (en conformiteitsniveau) is slechts voor volledige webpagina(s) en kan niet worden bereikt als een deel van de webpagina wordt uitgesloten.

Noot 1

Om de conformiteit te bepalen, worden alternatieven voor een deel van de content van de pagina beschouwd als deel van de pagina als de alternatieven direct uit de pagina verkregen kunnen worden, bijvoorbeeld een lange beschrijving of een alternatieve weergave van een video.

Noot 2

Auteurs van webpagina's, die niet kunnen conformeren omdat ze te maken hebben met content waar zij geen zeggenschap over hebben, kunnen een verklaring van partiële conformiteit overwegen.

Noot 3

Een volledige pagina omvat elke variant van die pagina die automatisch door de pagina wordt weergegeven voor verschillende schermgroottes (bijvoorbeeld varianten van een responsieve webpagina). Voor conformiteit van de gehele pagina moeten alle varianten van de pagina conformeren (of er moet een alternatieve versie beschikbaar zijn die conformeert).

5.2.3 Volledige processen

Als een webpagina één is uit een serie van webpagina's die een proces vormen (d.w.z. een rij stappen die voltooid moet worden om een activiteit tot stand te brengen), conformeren alle webpagina's in het proces aan het gespecificeerde niveau of beter. (Conformiteit is niet mogelijk op een bepaald niveau als om het even welke pagina in het proces niet aan dat niveau of beter conformeert.)

5.2.4 Louter door toegankelijkheid ondersteunde manieren om technologieën te gebruiken

Om te voldoen aan succescriteria wordt gesteund op de beschikbaarheid van louter door toegankelijkheid ondersteunde manieren om technologieën te gebruiken. Elke informatie of functionaliteit die geleverd wordt op een manier die niet door toegankelijkheid ondersteund wordt, is ook beschikbaar op een manier die door toegankelijkheid ondersteund is. (Zie Understanding accessibility support.)

5.2.5 Non-interferentie

Als technologieën gebruikt worden op een manier die niet door toegankelijkheid ondersteund wordt of als ze gebruikt worden op een niet-conforme manier, dan blokkeren ze niet het vermogen van de gebruiker om de rest van de pagina te bereiken. Bovendien blijft de webpagina als geheel voldoen aan de conformiteitseisen onder elk van de volgende voorwaarden:

  1. als om het even welke technologie waarop niet gesteund wordt, is aangezet in een user agent,
  2. als om het even welke technologie waarop niet gesteund wordt, is uitgezet in een user agent,
  3. als om het even welke technologie waarop niet gesteund wordt, niet ondersteund wordt door een user agent.

Verder zijn de volgende succescriteria van toepassing op alle content op de pagina, met inbegrip van content waarop niet op een andere manier gesteund wordt om te voldoen aan conformiteit, omdat content die niet aan deze criteria voldoet elk gebruik van de pagina kan belemmeren:

  • 1.4.2 - Geluidsbediening,
  • 2.1.2 - Geen toetsenbordval,
  • 2.3.1 - Drie flitsen of beneden drempelwaarde, en
  • 2.2.2 - Pauzeren, stoppen, verbergen.
Noot

Als een pagina niet kan conformeren (bijvoorbeeld, een conformiteitstest pagina of een voorbeeldpagina), kan ze niet worden meegenomen binnen de scope van de conformiteit of in een conformiteitsclaim.

Voor meer informatie, inclusief voorbeelden zie Understanding Conformance Requirements.

5.3 Conformiteitsclaims (optioneel)

Conformiteit is alleen gedefinieerd voor webpagina's. Er kan evenwel een conformiteitsclaim gemaakt worden voor één pagina, voor een serie pagina's of voor meerdere verwante webpagina's.

5.3.1 Vereiste componenten van een conformiteitsclaim

Conformiteitsclaims zijn niet verplicht. Auteurs kunnen conformeren aan WCAG 2.2 zonder hierop aanspraak te maken. Als evenwel een conformancesclaim gemaakt wordt, dan moet de conformiteitsclaim de volgende informatie bevatten:

  1. Datum van de claim
  2. Titel, versie en URI van de richtlijnen "Web Content Accessibility Guidelines 2.2 https://www.w3.org/TR/WCAG22/"
  3. Conformiteitsniveau waaraan voldaan is: (Niveau A, AA of AAA)
  4. Een beknopte beschrijving van de webpagina's, zoals een lijst van URI's waarvoor de claim is gemaakt, inclusief de informatie of deelgebieden zijn inbegrepen in de claim.

    Noot 1

    De webpagina's kunnen beschreven worden door een lijst of door een expressie die alle in de claim inbegrepen URI's beschrijft.

    Noot 2

    Webgerelateerde producten die geen URI hebben vóór installatie op de website van de klant kunnen een verklaring hebben dat het product zou conformeren, indien geïnstalleerd.

  5. Een lijst van de webcontent technologieën waarop wordt gesteund .
Noot 3

Als een conformiteitslogo wordt gebruikt, zou dat een claim zijn en moet het samengaan met de eerder genoemde componenten van een conformiteitsclaim.

5.3.2 Optionele componenten van een conformiteitsclaim

Overweeg, behalve de eerder genoemde vereiste componenten van een conformiteitsclaim, het aanbieden van extra informatie om gebruikers te assisteren. Aanbevolen extra informatie omvat:

  • Een lijst van succescriteria boven het niveau van conformiteitsclaim waaraan voldaan is. Deze informatie zou aangeboden moeten worden in een vorm die bruikbaar is voor gebruikers, bij voorkeur machine-leesbare metadata.
  • Een lijst van de specifieke technologieën die "gebruikt worden, maar waarop niet gesteund wordt ."
  • Een lijst van user agents, met inbegrip van hulptechnologieën die gebruikt zijn om de content te testen.
  • Een lijst van specifieke toegankelijkheidskenmerken van de content, in machine-leesbare metadata.
  • Informatie betreffende extra stappen die zijn genomen om verder dan de succescriteria te gaan om toegankelijkheid te verbeteren.
  • Een machine-leesbare metadataversie van de lijst van specifieke technologieën waarop gesteund wordt.
  • Een machine-leesbare metadataversie van de lijst van de conformiteitsclaim.
Noot 1

We verwijzen naar Understanding Conformance Claims voor meer informatie en voorbeeld conformiteitsclaims.

Noot 2

We verwijzen naar Understanding Metadata voor meer informatie over het gebruik van metadata in conformiteitsclaims.

5.4 Verklaring van partiële conformiteit – Content van derden

Webpagina's waaraan later aanvullende content wordt toegevoegd kunnen een ‘verklaring van partiële conformiteit’ gebruiken. Bijvoorbeeld een e-mailprogramma, een blog, een artikel dat gebruikers toestaat commentaar toe te voegen of applicaties die door de gebruiker bijgedragen content ondersteunen. Nog een voorbeeld zou een pagina zijn, zoals een portal of een nieuwssite, die is samengesteld uit content die wordt samengesteld vanuit meerdere leveranciers, of websites die automatisch in de loop van tijd content uit andere bronnen invoegen, zoals wanneer advertenties dynamisch worden ingevoegd.

In deze gevallen is het niet mogelijk om op het tijdstip van de oorspronkelijke bijdrage te weten wat de niet-gecontroleerde content van de pagina's zal zijn. Het is belangrijk op te merken dat de niet-gecontroleerde content ook de toegankelijkheid van de gereguleerde content kan beïnvloeden. Twee opties zijn beschikbaar:

  1. Conformiteit kan worden vastgesteld naar beste weten. Als een pagina van dit type binnen twee werkdagen wordt gemonitord en gerepareerd (niet-conforme content wordt verwijderd of conform gemaakt), dan kan een besluit tot conformiteitsclaim worden gemaakt aangezien de pagina conformeert, op fouten in extern bijgedragen content na, die verwijderd of verbeterd worden als ze worden aangetroffen. Geen conformiteitsclaim kan worden gemaakt als het niet mogelijk is om niet-conforme content te monitoren of te verbeteren;

    OF

  2. Een "verklaring van partiële conformiteit" kan worden gemaakt: de pagina conformeert niet, maar zou kunnen conformeren als zekere onderdelen verwijderd zouden worden. De formulering van de verklaring zou zijn: "Deze pagina conformeert niet maar zou aan WCAG 2.2 conformeren op niveau X als de volgende onderdelen afkomstig uit niet gecontroleerde bronnen verwijderd werden." Verder zou het volgende ook waar zijn van niet-gecontroleerde content die beschreven wordt in de verklaring van partiële conformiteit:

    1. Het is geen content waar de auteur zeggenschap over heeft.
    2. Ze wordt beschreven op een manier die gebruikers kunnen identificeren (ze kunnen bijvoorbeeld niet beschreven worden als "alle onderdelen waar wij geen zeggenschap over hebben", tenzij ze duidelijk als zodanig zijn gemarkeerd).

5.5 Verklaring van partiële conformiteit – Taal

Een "Verklaring van partiële conformiteit vanwege taal" kan worden afgegeven als de pagina niet conformeert, maar zou conformeren als toegankelijkheidsondersteuning bestond voor de taal (elk van de talen) die op de pagina gebruikt worden. De formulering van die verklaring zou zijn: "Deze pagina conformeert niet, maar zou aan WCAG 2.2 conformeren op niveau X als toegankelijkheidsondersteuning bestond voor de volgende taal (talen):"

5.6 Privacyoverwegingen

Deze paragraaf is niet-normatief.

Succescriteria binnen deze specificatie waarvoor de Werkgroep mogelijke privacy implicaties heeft geïdentificeerd, hetzij door bescherming te bieden aan eindgebruikers, hetzij doordat het belangrijk is voor aanbieders van websites om rekening mee te houden bij het implementeren van functies die bedoeld zijn om de privacy van gebruikers te beschermen, worden hieronder vermeld. Deze lijst weerspiegelt het huidige begrip van de Werkgroep, maar er kunnen andere succescriteria zijn met privacy implicaties waar de Werkgroep zich op het moment van publicatie niet van bewust was.

Succescriteria binnen deze specificatie die mogelijk verband houden met privacy zijn:

5.7 Securityoverwegingen

Dit onderdeel is niet-normatief.

Succescriteria binnen deze specificatie waarvoor de Werkgroep mogelijke security implicaties heeft geïdentificeerd, hetzij door bescherming te bieden aan eindgebruikers, hetzij doordat het belangrijk is voor aanbieders van websites om rekening mee te houden bij het implementeren van functies die bedoeld zijn om de security van gebruikers te beschermen, worden hieronder vermeld. Deze lijst weerspiegelt het huidige begrip van de Werkgroep, maar er kunnen andere succescriteria zijn met security-implicaties waar de Werkgroep zich op het moment van publicatie niet van bewust was.

Succescriteria binnen deze specificatie die mogelijk verband houden met security zijn:

6. Verklarende woordenlijst

aanvullende content

aanvullende content die de primaire content illustreert of verduidelijkt

aanwijzerinvoer

invoerapparaat dat een specifieke coördinaat (of een reeks coördinaten) op een scherm kan aanwijzen, zoals een muis, pen of aanraking.

afbeeldingen van tekst

tekst die in niet-tekstuele vorm (bijvoorbeeld een afbeelding) is weergegeven om een bijzonder visueel effect te realiseren

Noot

Tekst die onderdeel is van een afbeelding die significant andere visuele content bevat, valt hier niet onder.

afkortingen

verkorte vorm van een woord, zin of naam waar de afkorting geen deel van de taal is geworden

Noot 1

Hier zijn inbegrepen letterwoorden en acroniemen waarbij:

  1. letterwoorden verkorte vormen zijn van een naam of zin die zijn samengesteld uit de beginletters van woorden of lettergrepen die in die naam of zin bevat zijn

    Noot 2

    Niet gedefinieerd in alle talen.

  2. acroniemen zijn afgekorte vormen die zijn samengesteld uit de beginletters of delen van andere woorden (in een naam of zin) die soms uitgesproken worden als een woord

Noot 3

Sommige bedrijven hebben wat ooit een letterwoord was aangenomen als hun bedrijfsnaam. In deze gevallen is de nieuwe naam van het bedrijf de letters (bijvoorbeeld Ecma) en het woord wordt niet langer beschouwd als een afkorting

algemene flits- en rodeflitsdrempelwaarden

een flits of snel veranderende beeldvolgorde is beneden de drempel (d.w.z. de content komt door de controle heen) als een van het volgende waar is:

  1. er zijn niet meer dan drie algemene flitsen en/of niet meer dan drie rode flitsen binnen elke periode van één seconde; of
  2. het totale oppervlak van gelijktijdig optredende flitsen beslaat niet meer dan in totaal 0,006 steradialen binnen elk segment van 10 graden van het visueel veld op het scherm (25% van elk segment van 10 graden van het visueel veld op het scherm) op gangbare kijkafstand

waar:

  • Een algemene flits gedefinieerd is als een koppel tegengestelde veranderingen in de relatieve luminantie van 10% of meer van de maximum relatieve luminantie waar de relatieve luminantie van de donkerste afbeelding beneden 0,80 is; en waar "een koppel tegengestelde veranderingen" een stijging is gevolgd door een daling, of een daling gevolgd door een stijging, en
  • Een rode flits is gedefinieerd als een paar tegengestelde overgangen waaronder één naar verzadigd rood.

Uitzondering: Het flitsen van een fijnmazig en evenwichtig patroon zoals witte ruis of een alternerend schaakbordpatroon met "vierkanten" kleiner dan 0,1 graad (van het visuele veld op karakteristieke kijkafstand) op een kant is niet in strijd met de drempelwaarden.

Noot 1

Voor algemene software of webcontent zal, als de content wordt bekeken op een scherm van 1024 x 768 pixels, een rechthoek van 341 x 256 pixels op een willekeurige plek op het beeldscherm een goede schatting zijn voor een visueel veld van 10 graden voor standaard schermafmetingen en kijk afstanden (bijvoorbeeld een scherm van 15-17 inch op een kijkafstand van 22-26 inch). (Beeldschermen met een hogere resolutie die dezelfde weergave van de content vertonen leveren kleinere en veiliger beelden op, dus het zijn lagere resoluties die gebruikt worden om de drempels te definiëren).

Noot 2

Een overgang is de verandering in relatieve luminantie (of relatieve luminantie/kleur voor rode flitsen) tussen naast elkaar liggende pieken en dalen in een grafiek van de meting van relatieve luminantie (of relatieve luminantie/kleur voor rode flitsen) tegen de tijd. Een flits bestaat uit twee tegengestelde overgangen.

Noot 3

De nieuwe werkdefinitie in de branche voor "tegengestelde overgangen, waaronder naar een verzadigd rood" (uit WCAG 2.2) is een tegengestelde overgang waarbij 1 transitie van of naar een status is met een waarde R/(R + G + B) ≥ 0,8, en waarbij het verschil tussen de statussen groter is dan 0,2 (eenheidsloos) in het CIE UCS chromaticiteitdiagram. [ISO_9241-391]

Noot 4

Er zijn instrumenten beschikbaar die een analyse zullen uitvoeren van schermopnames. Er is evenwel geen instrument noodzakelijk voor deze voorwaarde als het flitsen kleiner of gelijk is aan 3 flitsen per seconde. Content komt automatisch door de controle (zie #1 en #2 hierboven).

alternatief geleverd voor op tijd gebaseerde media

document dat in correcte volgorde gegeven tekstbeschrijvingen van op tijd gebaseerde visuele en auditieve informatie bevat en een middel aanbiedt om de uitkomsten van om het even welke op tijd gebaseerde interactie te realiseren

Noot

Een scenario dat gebruikt wordt om de gesynchroniseerde-media-content te creëren zou alleen aan deze definitie voldoen als het verbeterd werd om de uiteindelijke gesynchroniseerde media na editing accuraat te representeren.

ASCII-art

afbeelding die gecreëerd wordt door een ruimtelijke schikking van karakters of tekens (met name uit de 95 afdrukbare karakters gedefinieerd door ASCII)

audio

de technologie van geluidsweergave

Noot

Audio kan synthetisch worden gecreëerd (met inbegrip van spraaksynthese), opgenomen vanuit echte geluiden of beide.

audiodescriptie

gesproken tekst die is toegevoegd aan het geluidsspoor om belangrijke visuele details te beschrijven, die niet vanuit het hoofdgeluid alleen zijn te begrijpen

Noot 1

Audiodescriptie van video levert informatie over handelingen, personages, sceneveranderingen, tekst op het scherm en andere visuele content.

Noot 2

Bij standaard audiodescriptie wordt de gesproken tekst toegevoegd tijdens bestaande pauzes in de dialoog. (Zie ook verlengde audiodescriptie.)

Noot 3

Waar alle video-informatie al aangeboden wordt in bestaande audio, is geen aanvullende audiodescriptie nodig.

Noot 4

Wordt ook wel "videobeschrijving" genoemd.

basisonderwijsniveau

periode van zes jaar die begint tussen vijf en zeven jaar, mogelijk zonder enige vooropleiding

Noot

Deze definitie is gebaseerd op de International Standard Classification of Education van de [UNESCO].

bewegingsanimatie

de toevoeging van stappen tussen stadia om de illusie van beweging of het gevoel van een soepele overgang te creëren

CAPTCHA

letterwoord voor "Completely Automated Public Turing test to tell Computers and Humans Apart"

Noot 1

CAPTCHA-tests vragen vaak aan de gebruiker om tekst in te typen die getoond wordt in een onduidelijk gemaakte afbeelding of door middel van vervormd geluid.

Noot 2

Een Turing-test is een willekeurig systeem van testen die ontworpen zijn om een mens van een computer te onderscheiden. Ze is genoemd naar de beroemde informaticus Alan Turing. De term werd bedacht door onderzoekers aan de universiteit van Carnegie Mellon.

cognitieve functietest

[Nieuw]

Een taak waarbij de gebruiker informatie moet onthouden, bewerken of uitschrijven. Voorbeelden omvatten, maar zijn niet beperkt tot:

  • Memoriseren, zoals het onthouden van een gebruikersnaam, wachtwoord, reeks tekens, afbeeldingen of patronen. Gangbare identificatoren zoals naam, e-mail en telefoonnummer worden niet beschouwd als cognitieve functietests, omdat ze persoonlijk zijn voor de gebruiker en consistent over verschillende websites;
  • Transcriptie, zoals het intypen van tekens;
  • Gebruik van correcte spelling;
  • Uitvoeren van berekeningen;
  • Oplossen van puzzels.
componenten van de gebruikersinterface

een deel van de content die door gebruikers wordt waargenomen als een enkel bedieningselement voor een duidelijke functie

Noot 1

Meerdere componenten van de gebruikersinterface kunnen geïmplementeerd worden als een enkel programmeerbaar element. Componenten zoals hier bedoeld zijn niet gebonden aan programmeertechnieken, maar aan wat de gebruiker waarneemt als aparte bedieningselementen.

Noot 2

Componenten van de gebruikersinterface omvatten formulierelementen en links, evenals door scripts gegenereerde componenten.

Noot 3

Wat hier wordt bedoeld met "component" of "component van de gebruikersinterface" wordt soms ook "element van de gebruikersinterface" genoemd.

conforme alternatieve versie

versie die:

  1. conformeert op het aangegeven niveau en
  2. volledig dezelfde informatie en functionaliteit aanbiedt in dezelfde menselijke taal en
  3. even actueel is als de niet-conforme content en
  4. waarvoor ten minste één van de volgende zaken waar is:

    1. de conforme versie kan bereikt worden vanuit de niet-conforme pagina via een door toegankelijkheid ondersteund mechanisme, of
    2. de niet-conforme versie kan slechts bereikt worden vanuit de conforme versie of
    3. de niet-conforme versie kan slechts bereikt worden vanuit een conforme pagina die ook een mechanisme levert om de conforme versie te bereiken
Noot 1

In deze definitie betekent "kan slechts bereikt worden" dat er een mechanisme is, zoals een conditionele verwijzing, die de gebruiker verhindert de niet conforme versie te "bereiken" ("laden"), tenzij de gebruiker direct via de conforme versie is gekomen.

Noot 2

De alternatieve versie hoeft niet pagina voor pagina overeen te stemmen met het origineel (de conforme alternatieve versie kan bijvoorbeeld bestaan uit meerdere pagina's).

Noot 3

Als versies in meerdere talen beschikbaar zijn, dan zijn voor elke aangeboden taal conforme alternatieve versies vereist.

Noot 4

Er kunnen alternatieve versies geleverd worden om verschillende technologie omgevingen of gebruikersgroepen van dienst te zijn. Elke versie moet zo conform mogelijk zijn. Eén versie zou volledig conform moeten zijn om aanconformiteitseis 1 tegemoet te komen.

Noot 5

De conforme alternatieve versie hoeft zich niet te bevinden binnen de reikwijdte van de conformiteitsverklaring of op dezelfde website, zolang ze even vrijelijk beschikbaar is als de niet-conforme versie.

Noot 6

Alternatieve versies moeten niet verward worden met aanvullende content, die de oorspronkelijke pagina ondersteunt en de begrijpelijkheid vergroot.

Noot 7

Het binnen de content instellen van gebruikersvoorkeuren om een conforme versie te produceren is een acceptabel mechanisme om een andere versie te bereiken, zolang de methode die gebruikt wordt om de voorkeuren in te stellen door toegankelijkheid ondersteund wordt.

Zie Understanding Conforming Alternate Versions

conformiteit

voldoen aan alle eisen van een gegeven standaard, richtlijn of specificatie

content (Webcontent)

informatie en zintuiglijke ervaring die aan de gebruiker doorgegeven wordt door middel van een user agent, met inbegrip van code of opmaak die de structuur, presentatie en interacties van de content definieert

contextgevoelige help

hulptekst die informatie aanbiedt in verband met de functie die momenteel wordt uitgevoerd

Noot

Duidelijke labels kunnen dienst doen als contextgevoelige hulp.

contextwijziging

belangrijke veranderingen in de content van webpagina's die, als ze gemaakt worden zonder dat de gebruiker er bewust van is, gebruikers die niet in staat zijn de hele pagina tegelijkertijd te bekijken kan desoriënteren

Veranderingen in context zijn onder meer veranderingen van:

  1. user agent;
  2. weergavekader;
  3. focus;
  4. content die de betekenis van de webpagina verandert.
Noot

Een verandering van content is niet altijd een contextwijziging. Veranderingen in content, zoals een uitklapbare lijst, dynamisch menu of tab-toets bediening veranderen niet noodzakelijk de context, tenzij ze ook één van de bovengenoemde dingen (bijvoorbeeld focus) veranderen.

contrastverhouding

(L1 + 0.05) / (L2 + 0.05), waar

Noot 1

Contrastverhoudingen kunnen variëren van 1 tot 21 (gewoonlijk geschreven als 1:1 tot 21:1).

Noot 2

Omdat auteurs geen zeggenschap hebben over gebruikersinstellingen met betrekking tot de weergave van tekst (bijvoorbeeld font smoothing en anti-aliasing), kan de contrastverhouding voor tekst worden geëvalueerd terwijl anti-aliasing uitstaat.

Noot 3

Ten behoeve van succescriteria 1.4.3 en 1.4.6 wordt het contrast gemeten met betrekking tot de gespecificeerde achtergrond waarop de tekst bij normaal gebruik wordt weergegeven. Indien geen achtergrondkleur is gespecificeerd, wordt verondersteld dat dit wit is.

Noot 4

Achtergrondkleur is de gespecificeerde kleur van de content waarop de tekst bij normaal gebruik wordt weergegeven. Het is een fout als wel de kleur van de tekst is gespecificeerd, maar niet de achtergrondkleur, omdat de standaard door de gebruiker gebruikte achtergrondkleur niet bekend is en dus niet kan worden gebruikt om te meten of het contrast volstaat. Om dezelfde reden is het een fout als wel de achtergrondkleur maar niet de tekstkleur is gespecificeerd.

Noot 5

Als er een rand om de letter is, kan de rand contrast toevoegen en de rand zou gebruikt worden in de berekening van het contrast tussen de letter en zijn achtergrond. Een smalle rand om de letter zou gebruikt worden als letter. Een brede rand om de letter die de inwendige details van de letters invult doet dienst als een halo en zou beschouwd worden als achtergrond.

Noot 6

WCAG-conformiteit moet worden geëvalueerd voor in de content gespecificeerde kleurparen waarvan een auteur zou verwachten dat ze in een karakteristieke presentatie naast elkaar verschijnen. Auteurs hoeven geen ongebruikelijke vormen van presentatie in acht te nemen, zoals door de user agent gemaakte kleurveranderingen, behalve als ze veroorzaakt worden door code van de auteur.

correcte leesvolgorde

elke sequentie waar woorden en alinea's worden gepresenteerd in een volgorde die de betekenis van de content niet verandert

CSS-pixels

visuele hoek van circa 0,0213 graden

Een CSS-pixel is een gangbare meeteenheid voor alle lengtes en afmetingen in CSS. Deze eenheid is dichtheidsonafhankelijk en verschilt van de werkelijke hardwarepixels in een scherm. User agents en besturingssystemen moeten ervoor zorgen dat de CSS-pixel zo dicht mogelijk bij de CSS Values and Units Module Niveau 3 reference pixel [css3-values] is ingesteld. Deze houdt rekening met de fysieke afmetingen van het scherm en de veronderstelde kijkafstand (factoren die niet kunnen worden bepaald door auteurs van content).

dezelfde functionaliteit

zelfde resultaat indien gebruikt

dezelfde relatieve volgorde

zelfde positie ten opzichte van andere onderdelen

Noot

Onderdelen worden geacht in dezelfde relatieve volgorde te zijn, zelfs als andere onderdelen worden ingevoegd of verwijderd uit de oorspronkelijke volgorde. Openklappende navigatiemenu's kunnen bijvoorbeeld een extra detailniveau invoegen of een secundaire navigatieparagraaf kan in de leesvolgorde worden ingevoegd.

aanwijsgebied (target)

deel van het scherm waar een actie met de aanwijzer kan worden uitgevoerd, zoals een interactief gedeelte van een component van de gebruikersinterface

Noot

Wanneer er sprake is van overlapping tussen twee of meer doelgebieden voor aanraken (touch), dan moet het overlappende gedeelte niet worden meegenomen bij het berekenen van de grootte van het doel, tenzij de overlappende doelen dezelfde actie uitvoeren of dezelfde pagina openen.

door software bepaald (door software bepaalbaar)

bepaald door software uit gegevens die door de auteur op zodanig wijze aangeboden worden dat verschillende user agents, met inbegrip van hulptechnologieën, deze informatie kunnen oproepen en in verschillende modaliteiten aan gebruikers kunnen tonen.

Noot 1

Bepaald in een opmaaktaal uit elementen en attributen die direct gebruikt worden door algemeen beschikbare hulptechnologie.

Noot 2

Bepaald uit technologiegebonden gegevensstructuren in een niet-opmaaktaal en aan hulptechnologie getoond via een toegankelijkheid-API die ondersteund wordt door algemeen beschikbare hulptechnologie.

door software bepaalde linkcontext

aanvullende informatie die door software bepaald kan worden uit relaties met een link en die, in combinatie met de linktekst, in verschillende modaliteiten aan de gebruikers wordt gepresenteerd.

Noot

Aangezien schermlezers leestekens interpreteren, kunnen ze ook de context uit de lopende zin aanbieden wanneer de focus op een link in die zin komt.

door software ingesteld

ingesteld door software met gebruikmaking van methoden die ondersteund worden door user agents, met inbegrip van hulptechnologieën

door toegankelijkheid ondersteunde

ondersteund door hulptechnologieën van de gebruikers, alsmede door de toegankelijkheidseigenschappen in browsers en andere user agents

Om te kwalificeren als een door toegankelijkheid ondersteund gebruik van een webcontent technologie (of eigenschap van een technologie) moet voor een webcontent technologie (of -eigenschap) aan zowel 1 als 2 voldaan zijn:

  1. De manier waarop webcontent technologie gebruikt wordt, moet ondersteund worden door de hulptechnologie van de gebruikers. Dit betekent dat de manier waarop de technologie gebruikt wordt, getest is op interoperabiliteit met de hulptechnologie van de gebruikers in de menselijke taal (talen) van de content,

    EN

  2. De webcontent technologie moet door toegankelijkheid ondersteunde user agents hebben die beschikbaar zijn voor gebruikers. Dit betekent dat ten minste één van de vier volgende verklaringen waar is:

    1. De technologie wordt van nature ondersteund in wijdverbreide user agents die ook door toegankelijkheid ondersteund worden (zoals HTML en CSS);

      OF

    2. De technologie wordt ondersteund in een breed wijdverbreide plug-in die ook door toegankelijkheid ondersteund wordt;

      OF

    3. De content is beschikbaar in een gesloten omgeving, zoals een universiteits- of bedrijfsnetwerk, waar de user agent die door de technologie wordt vereist en door de organisatie gebruikt wordt ook door toegankelijkheid ondersteund wordt;

      OF

    4. De user agent(s) die de technologie ondersteunen worden door toegankelijkheid ondersteund en zijn beschikbaar voor download of aanschaf op een manier die:

      • een persoon met een functiebeperking niet meer kost dan een persoon zonder functiebeperking en
      • even makkelijk is te vinden en te verkrijgen voor een persoon met functiebeperking als voor een persoon zonder functiebeperking.
Noot 1

De WCAG-werkgroep en het W3C specificeren niet welke en hoeveel ondersteuning door hulptechnologieën er moet zijn voor het gebruik van een specifieke webtechnologie, zodat die geclassificeerd kan worden als door toegankelijkheid ondersteund. (Zie Niveau of Assistive Technology Support Needed for "Accessibility Support").

Noot 2

Webtechnologieën kunnen gebruikt worden op manieren die niet door toegankelijkheid ondersteund worden, zolang er niet op gesteund wordt en de pagina als geheel tegemoet komt aan de conformiteitseisen, inclusief Conformiteitseis 4: Slechts toegankelijkheid ondersteunende manieren om technologieën te gebruiken en Conformiteitseis 5: Non-interferentie.

Noot 3

Als een webtechnologie wordt toegepast op een manier die "door toegankelijkheid ondersteund wordt", houdt dit niet in dat de hele technologie of alle mogelijke toepassingen van de technologie ondersteund worden. De meeste technologieën, inclusief HTML, missen ondersteuning voor ten minste één eigenschap of toepassing. Pagina's zijn alleen conform aan WCAG als er op vertrouwd kan worden dat de toepassing van de door toegankelijkheid ondersteunde technologie voldoet aan de WCAG-eisen.

Noot 4

Als men webcontent technologieën citeert die meerdere versies hebben, dan moet(en) de ondersteunde versie(s) worden gespecificeerd.

Noot 5

Eén manier voor auteurs om toepassingen van een technologie te vinden die door toegankelijkheid ondersteund zijn, zou zijn om compilaties van toepassingen te raadplegen die volgens documentatie door toegankelijkheid ondersteund zijn. (Zie Understanding Accessibility-Supported Web Technology Uses.) Auteurs, bedrijven, technologieaanbieders, of anderen kunnen door toegankelijkheid ondersteunde manieren om webcontent technologieën toe te passen documenteren. Echter alle in de documentatie vermelde manieren om technologieën toe te passen moeten aan de hierboven genoemde definitie van door toegankelijkheid ondersteunde webcontent technologieën voldoen.

down-event

gebeurtenis die plaatsvindt binnen een platform wanneer de trigger van de aanwijzer wordt ingedrukt

Down-event heeft binnen andere platformen mogelijk een andere naam, zoals "touchstart" of "mousedown".

dubbelzinnig voor gebruikers in het algemeen

het doel kan niet bepaald worden uit de link en uit alle informatie van de webpagina die aan de gebruiker tegelijkertijd met de link wordt gepresenteerd (d.w.z. lezers zonder functiebeperking zouden niet weten wat een link zou doen tot ze hem activeerden

enkele aanwijzer

aanwijzerinvoer waarbij slechts sprake is van één contactpunt op het scherm, zoals eenmaal tikken of klikken, dubbeltikken en -klikken, lang indrukken en padgebaseerde bewegingen.

essentieel

de informatie of functionaliteit van de content zou fundamenteel veranderen indien verwijderd, en informatie en functionaliteit kunnen niet bereikt worden op een andere conforme manier

flits

een koppel tegengestelde veranderingen in de relatieve luminantie dat toevallen kan veroorzaken bij sommige mensen als de veranderingen groot genoeg zijn en in het juiste frequentiegebied vallen

Noot 1

Zie algemene flits- en rodeflitsdrempelwaarden voor informatie over flitssoorten die niet zijn toegestaan.

Noot 2

Zie ook knipperen.

focusindicator

[Nieuw]

pixels die veranderen om visueel aan te geven dat een component van de gebruikersinterface de focus heeft (als status).

functionaliteit

processen en resultaten die realiseerbaar zijn door actie van de gebruiker

gebarentaal

een taal die combinaties van bewegingen van de handen en de armen, gezichtsuitdrukkingen of lichaamsposities gebruikt om betekenis over te brengen

gebarentaalvertolking

vertaling van één taal, in het algemeen een gesproken taal, in een gebarentaal

Noot

Echte gebarentalen zijn onafhankelijke talen die niet gerelateerd zijn aan de gesproken taal/talen van hetzelfde land of dezelfde streek.

gebruikers bedienbaar

gegevens waarvan de bedoeling is dat ze door gebruikers ingezien en (desgewenst) gewijzigd worden

Noot

Dit verwijst niet naar zaken als internetlogs en monitorgegevens van zoekmachines.

gebruikersinactiviteit

een aaneengesloten periode waarin geen gebruikersacties plaatsvinden

De manier waarop dit wordt bijgehouden, wordt bepaald door de website of applicatie.

gesteund worden (technologieën waarop)

de content zou niet conformeren als die technologie wordt uitgezet of niet ondersteund wordt

gesynchroniseerde media

audio of video gesynchroniseerd met een ander format om informatie te tonen en/of met op tijd gebaseerde interactieve componenten, tenzij de media een media-alternatief voor tekst is, die duidelijk als zodanig is gelabeld

grote (tekst)

(tekst) met een lettergrootte van ten minste 18 punt of 14 punt vetgedrukt of een lettergrootte die voor Chinese, Japanse en Koreaanse (CJK) lettertypen een equivalente grootte oplevert

Noot 1

Lettertypen met buitengewoon dunne strepen of ongewone kenmerken en eigenschappen die de herkenbaarheid van hun lettervormen verminderen zijn moeilijker te lezen, in het bijzonder bij lagere contrastniveaus.

Noot 2

Lettergrootte is de grootte wanneer de content wordt aangeboden. Het omvat niet het herschalen dat door de gebruiker kan worden gedaan.

Noot 3

De feitelijke grootte van het karakter dat de gebruiker ziet, is afhankelijk van zowel de door de auteur gedefinieerde grootte als van het beeldscherm van de gebruiker of de instelling van de user agent. Voor veel gangbare lettertypen is 14- en 18-punts ruwweg equivalent met 1,2 en 1,5 em, of met 120% of 150% van de standaardgrootte voor korpstekst (aannemend dat het hoofdlettertype 100% is), maar auteurs zouden dit moeten controleren voor de specifieke lettertypen die ze gebruiken. Als lettertypen gedefinieerd worden in relatieve eenheden, wordt de feitelijke lettergrootte voor vertoning door de user agent berekend. De lettergrootte moet worden verkregen van de user agent, of berekend op basis van lettertypemetriek, zoals de user agent doet bij de evaluatie van dit succescriterium. Gebruikers die beperkt zicht hebben, zouden verantwoordelijk zijn voor het kiezen van de geschikte instellingen.

Noot 4

Als tekst wordt gebruikt zonder specificatie van de lettergrootte, zou de kleinste lettergrootte die op de meest gangbare browsers voor ongespecificeerde tekst gebruikt wordt een redelijke maat zijn om voor het lettertype aan te nemen. Als een kop van niveau 1 wordt weergegeven in 14- of meerpunts vet op de meest gangbare browsers, mag redelijkerwijs worden aangenomen dat het grote tekst is. Relatieve schaling kan op een soortgelijke manier worden berekend uit de standaardmaten.

Noot 5

De 18- en 14-punts-lettergroottes voor romeinse teksten worden afgeleid uit de minimumgrootte voor grote letters (14-punts) en de grootste standaardlettergrootte (18-punts). De "equivalente" groottes voor andere lettertypen, zoals de CJK-talen, zouden de minimale grootte voor grote tekst en de daaropvolgende grotere standaardgrootte voor die talen zijn.

hulptechnologie (zoals gebruikt in dit document)

hardware en/of software die handelt als een user agent, of samen met een algemeen gangbare user agent optreedt, om functionaliteit aan te bieden om te voldoen aan de eisen van gebruikers met functiebeperkingen die verder gaan dan wat door gangbare user agents wordt aangeboden

Noot 1

Door een hulptechnologie aangeboden functionaliteit omvat alternatieve vormen van weergave (bijvoorbeeld als synthetische spraak of vergrote content), alternatieve invoermethoden (bijvoorbeeld stem), aanvullende navigatie- of oriëntatiemechanismen, en contenttransformaties (bijvoorbeeld om tabellen toegankelijker te maken).

Noot 2

Hulptechnologieën communiceren vaak gegevens en boodschappen met algemeen gangbare user agents door APIs te gebruiken en te monitoren.

Noot 3

Het verschil tussen algemeen gangbare user agents en hulptechnologieën is niet absoluut. Veel gangbare user agents bieden een aantal opties aan om mensen met een functiebeperking te helpen. Het fundamentele verschil is dat gangbare user agents mikken op brede en diverse doelgroepen die doorgaans mensen met en zonder functiebeperkingen bevatten. Hulptechnologieën mikken op nauwkeurig gedefinieerde bevolkingsgroepen van gebruikers met specifieke functiebeperkingen. De door een hulptechnologie geleverde assistentie is meer specifiek en geschikt voor de behoeften van de beoogde gebruikers. De algemeen gangbare user agent kan belangrijke functionaliteit leveren aan hulptechnologieën als het oproepen van webcontent uit programmaobjecten of het parsen van opmaak tot identificeerbare pakketten.

idiomatische uitdrukkingen

uitdrukking waarvan de betekenis niet kan worden afgeleid uit de betekenis van de afzonderlijke woorden en waarin de specifieke woorden niet veranderd kunnen worden zonder dat de uitdrukking haar betekenis verliest

Noot 1

Idiomatische uitdrukkingen kunnen niet direct – woord voor woord – worden vertaald zonder dat de uitdrukking haar (culturele of taalgebonden) betekenis verliest.

informatief

ter informatie en niet vereist voor conformiteit

Noot

Content die voor conformiteit, is vereist wordt aangeduid met "normatief".

invoerfout

door de gebruiker geleverde informatie die niet geaccepteerd wordt

Noot

Dit omvat:

  1. informatie die de webpagina vereist, maar door de gebruiker wordt weggelaten;
  2. informatie die door de gebruiker wordt ingevoerd, maar buiten de vereiste gegevensindeling of waardenbereik valt.
jargon

woorden die op een bijzondere manier door mensen in een bepaald vakgebied worden gebruikt

knipperen

het heen en weer schakelen tussen twee visuele toestanden op een manier die bedoeld is om aandacht te trekken

Noot

Zie ook flits. Het is mogelijk dat iets groot genoeg is en helder genoeg knippert met de juiste frequentie om ook geclassificeerd te worden als flits.

label

tekst of andere component met een tekstalternatief die aan de gebruiker wordt gepresenteerd om een component binnen web content te identificeren

Noot 1

Een label wordt aan alle gebruikers gepresenteerd, terwijl de naam verborgen kan zijn en alleen wordt getoond door hulptechnologie. In veel (maar niet alle) gevallen zijn de naam en het label hetzelfde.

Noot 2

De term label is niet beperkt tot het label-element in HTML.

lager middelbaar onderwijsniveau

de opleidingsperiode van twee of drie jaar die begint na voltooiing van zes jaar school en negen jaar na het begin van het basisonderwijs eindigt.

Noot

Deze definitie is gebaseerd op de International Standard Classification of Education van de UNESCO.

linkdoel

aard van het resultaat dat verkregen wordt door activering van een hyperlink

live

informatie die is opgenomen tijdens een reële gebeurtenis in de samenleving en doorgestuurd naar de ontvanger met niet meer dan een uitzendvertraging

Noot 1

Een uitzendvertraging is een korte (doorgaans geautomatiseerde) vertraging, die bijvoorbeeld gebruikt wordt om de uitzender tijd te geven om de audio- of video-invoer te serialiseren of te censureren, maar niet voldoende om significante editing toe te staan.

Noot 2

Als informatie volledig wordt gegenereerd door een computer, is ze niet direct.

louter-geluid

een op tijd gebaseerde weergave die alleen audio (geen video en geen interactie) bevat

louter-videobeeld

een op tijd gebaseerde presentatie die alleen video bevat (geen audio en geen interactie)

mechanisme

proces of techniek om een resultaat te bereiken

Noot 1

Het mechanisme kan expliciet aangeboden worden in de content of er kan gesteund worden op levering door het platform of door user agents, met inbegrip van hulptechnologieën.

Noot 2

Het mechanisme moet voldoen aan alle succescriteria voor het niveau in de conformiteitsclaim.

media-alternatief voor tekst

medium dat niet meer informatie presenteert dan al in de tekst wordt gepresenteerd (direct of via tekstalternatieven)

Noot

Er wordt een media-alternatief voor tekst aangeboden voor degenen die baat hebben bij alternatieve representaties van tekst. Mediumalternatieven voor tekst kunnen louter-geluid, louter-videobeeld (waaronder gebarentaalvideo), of audio-video zijn.

menselijke taal

taal die wordt gesproken, geschreven of getekend (door visuele of tastbare middelen) om met mensen te communiceren

Noot

Zie ook gebarentaal.

minimale begrenzingskader

[Nieuw]

de kleinste omsluitende rechthoek die is uitgelijnd op de horizontale as en waarin alle punten van een vorm liggen. Voor componenten die, als onderdeel van een zin of blok tekst (zoals hyperlinks) over meerdere regels lopen, is het begrenzingskader gebaseerd op hoe de component eruit zou zien op een enkele regel.

naam

tekst waardoor software een component binnen webcontent kan identificeren aan de gebruiker

Noot 1

De naam kan verborgen zijn en alleen door hulptechnologie vertoond worden, terwijl een label aan alle gebruikers wordt gepresenteerd. In veel (maar niet alle) gevallen zijn de label en de naam hetzelfde.

Noot 2

Dit staat los van het name-attribuut in HTML.

niet-tekstuele content

alle content die niet een sequentie van karakters is die door software bepaald kan worden of waar de sequentie niet iets in menselijke taal uitdrukt

Noot

Hierbij is inbegrepen ASCII-art (een patroon van tekens), emoticons, leet speak (dat gebruik maakt van karaktersubstitutie) en afbeeldingen die tekst representeren.

noodsituatie

een plotselinge, onverwachte situatie of gebeurtenis die onmiddellijke actie vereist om gezondheid, veiligheid of eigendom te behouden

normatief

voor conformiteit vereist

Noot 1

Men kan op verschillende specifieke manieren aan dit document conformeren.

Noot 2

Content die geïdentificeerd is als "informatief" of "niet-normatief" is voor conformiteit nooit vereist.

omsluitend

[Nieuw]

aaneengesloten begrensd of omringd.

omtrek

[Nieuw]

doorlopende lijn als begrenzing van vorm, exclusief gedeelde pixels, of het minimale begrenzingskader, afhankelijk van wat korter is.

ondertitels (voor doven en slechthorenden)

gesynchroniseerd visueel en/of tekstalternatief voor zowel gesproken als andersoortige audio-informatie, die bedoeld is om de mediacontent te begrijpen

Noot 1

Ondertitels voor doven en slechthorenden zijn vergelijkbaar met ondertitels voor dialoog, behalve dat ondertitels voor doven en slechthorenden niet alleen de inhoud van de gesproken dialoog overbrengen, maar ook equivalenten voor andersoortige audio-informatie die nodig is om de programma-inhoud te begrijpen, met inbegrip van geluidseffecten, muziek, gelach, locatie en identificatie van de spreker.

Noot 2

Gesloten ondertitels voor doven en slechthorenden zijn equivalenten die bij sommige spelers aan- en uitgezet kunnen worden.

Noot 3

Open ondertitels voor doven en slechthorenden zijn alle ondertitels voor doven en slechthorenden die niet uitgezet kunnen worden. Bijvoorbeeld, als ondertitels voor doven en slechthorenden visueel equivalente afbeeldingen van tekst zijn, ingebed in video.

Noot 4

Ondertitels voor doven en slechthorenden horen relevante informatie in de video niet onduidelijk te maken of in de weg te staan.

Noot 5

In sommige landen worden ondertitels voor doven en slechthorenden ondertitels genoemd.

Noot 6

Audiodescripties kunnen ondertitels voor doven en slechthorenden krijgen, maar dat hoeft niet, aangezien het beschrijvingen zijn van informatie die visueel al gepresenteerd wordt.

op een ongebruikelijke of beperkte manier gebruikt

woorden die gebruikt worden op een speciale manier die van gebruikers vereist dat ze precies weten welke definitie ze moeten toepassen om de content correct te begrijpen

op een venster even groot als het volle beeld

op een desktop/laptop scherm van de meest gangbare grootte met gemaximaliseerd weergavekader

Noot

Aangezien mensen hun computers in het algemeen verscheidene jaren houden, is het het beste om, als deze evaluatie wordt gemaakt, niet af te gaan op de meest recente desktop/laptop-schermresoluties, maar de gangbare desktop/laptop-schermresoluties gemiddeld over diverse jaren in acht te nemen.

paragraaf

Een op zichzelf staand gedeelte van geschreven content die gaat over één of meer gerelateerde onderwerpen of ideeën

Noot

Een paragraaf kan bestaan uit één of meer alinea's en grafieken, tabellen, lijsten en subparagrafen bevatten.

pauzeren

gestopt op verzoek van gebruiker en niet eerder hervat dan op verzoek van gebruiker

presentatie

weergave van de content in een door gebruikers waar te nemen vorm

proces

serie handelingen van de gebruiker waarbij elke handeling vereist is om een activiteit te voltooien

puur decoratief

dient alleen een esthetisch doel, geeft geen informatie en heeft geen functionaliteit

Noot

Tekst is alleen puur decoratief als de woorden gerangschikt of vervangen kunnen worden zonder dat hun doel verandert.

real-time gebeurtenissen (realtime-event)

gebeurtenis die a) plaatsvindt op dezelfde tijd als het kijken en b) niet volledig gegenereerd wordt door de content

region

waarneembaar, door software bepaald gedeelte van content

Noot

In HTML is elk gebied met een landmark role een region.

relaties

betekenisvolle verbanden tussen verschillende stukken content

relatieve luminantie

de relatieve helderheid van elk punt in een kleurenruimte, genormaliseerd naar 0 voor het donkerste zwart en 1 voor het lichtste wit

Noot

Voor de sRGB-kleurenruimte is de relatieve luminantie van een kleur gedefinieerd als L = 0,2126 * R + 0.7152 * G + 0.0722 * B waar R, G en B gedefinieerd zijn als:

  • als RsRGB <= 0.03928 dan R = RsRGB/12.92 anders R = ((RsRGB+0.055)/1.055) ^ 2.4
  • als GsRGB <= 0.03928 dan G = GsRGB/12.92 anders G = ((GsRGB+0.055)/1.055) ^ 2.4
  • als BsRGB <= 0.03928 dan B = BsRGB/12.92 anders B = ((BsRGB+0.055)/1.055) ^ 2.4

en RsRGB, GsRGB en BsRGB gedefinieerd zijn als:

  • RsRGB = R8bit/255
  • GsRGB = G8bit/255
  • BsRGB = B8bit/255

Het "^"-symbool is de machtsverheffingsoperator. (Formule overgenomen uit [sRGB]).

Noot 2

Voor mei 2021 was de waarde 0,04045 in de definitie anders (0,03928). Het werd eerder overgenomen uit een oudere versie van de specificatie en is nu bijgewerkt. Dit heeft geen praktisch effect op de berekeningen in de context van deze richtlijnen.

Noot 3

Bijna alle systemen die tegenwoordig gebruikt worden om webcontent te bekijken werken met sRGB-codering. Tenzij bekend is dat een andere kleurenruimte gebruikt zal worden om de content te verwerken en te vertonen, moeten auteurs de sRGB-kleurenruimte gebruiken om kleuren te evalueren. Indien andere kleurenruimtes gebruikt worden, zie Contrast (minimum): Understanding Success Criterion 1.4.3.

Noot 4

Als dithering plaatsvindt na aflevering, wordt de bronkleurwaarde gebruikt. Voor kleuren die geditherd worden bij de bron, moeten de gemiddelde waarden van de kleuren die geditherd worden gebruikt worden (gemiddelde R, gemiddelde G en gemiddelde B).

Noot 5

Er zijn instrumenten beschikbaar die de berekeningen om contrast en flits te testen automatisch doen.

rol

tekst of getal waardoor software de functie van een component binnen webcontent kan identificeren

sequentieel genavigeerd

genavigeerd in de volgorde gedefinieerd voor het voortbewegen van de focus (van één element naar het volgende) door middel van een toetsenbordinterface

sleepbeweging

[Nieuw]

Een handeling waarbij de aanwijzer contact maakt met een element tijdens het indrukken van de knop (down-event) en het element (of een weergave van de positie ervan) de aanwijzer volgt totdat de knop wordt losgelaten (up-event).

Noot

Voorbeelden van versleepbare elementen zijn lijstitems, tekstelementen en afbeeldingen.

sneltoets

alternatieve manier om een actie te activeren door op één of meerdere toetsen te drukken

specifieke zintuiglijke ervaring

een zintuiglijke ervaring die niet puur decoratief is en niet primair belangrijke informatie overbrengt of een functie uitvoert

status (toestand)

dynamische eigenschap die de kenmerken weergeeft van een component van de gebruikersinterface die mogelijk verandert als gevolg van een actie van de gebruiker of van geautomatiseerde processen

De toestand heeft geen invloed op de aard van de component. De toestand vertegenwoordigt de gegevens met betrekking tot de component of de mogelijke gebruikersinteracties. Voorbeelden: gefocust, zwevend (hover), geselecteerd, ingedrukt, gecontroleerd, bezocht/niet bezocht en uit-/samengevouwen.

statusbericht

een bericht dat een verandering van content maar geen contextwijziging is en dat informatie geeft aan de gebruiker over het succes of de resultaten van een actie, over de wachtstatus van een applicatie, over de voortgang van een proces of over eventuele fouten

stijleigenschap

eigenschap waarvan de waarde bepaalt hoe content elementen worden weergegeven (lettertype, kleur, grootte locatie, opvulling volume, gesynthetiseerde zinsmelodie) wanneer ze door user agents worden weergegeven (bijv. op het scherm, via de luidspreker, via een braillebeeldscherm)

Stijleigenschappen hebben verschillende oorsprongen:

  • Standaardstijl van user agent: De waarden van de eigenschappen van de standaardstijl worden toegepast wanneer er geen stijlen van auteurs of andere gebruikers aanwezig zijn. Sommige webcontent technologieën specificeren een standaardweergave, andere technologieën doen dit niet;
  • Stijlen van de auteur: De waarden van de eigenschappen van de stijl worden ingesteld door de auteur als onderdeel van de content (bijv. in-line-stijlen, style sheet van de auteur);
  • Stijlen van de gebruiker: De waarden van de eigenschappen van de stijl worden ingesteld door de gebruiker (bijv. via de interface-instellingen van de user agent, style sheet van de gebruiker)
structuur
  1. De wijze waarop onderdelen van webpagina's zijn gestructureerd ten opzichte van elkaar, en
  2. De wijze waarop een verzameling webpagina's is georganiseerd
technologie (webcontent)

mechanisme om instructies te coderen die weergegeven, afgespeeld of uitgevoerd worden door user agents

Noot 1

Zoals ze in deze richtlijnen gebruikt worden, verwijzen "webtechnologie" en het woord "technologie" (als het afzonderlijk wordt gebruikt) beide naar webcontent technologieën.

Noot 2

Onder webcontent technologieën kunnen vallen: opmaaktalen, gegevensformaten of programmeertalen die auteurs alleen kunnen gebruiken of in combinatie om eindgebruikers-ervaringen te creëren die variëren van statische webpagina's tot gesynchroniseerde mediapresentaties tot dynamische webapplicaties.

tekst

sequentie van karakters die door software bepaald kan worden, waar de sequentie iets in menselijke taal uitdrukt

tekstalternatief

tekst die door software is geassocieerd met niet-tekstuele content of waarnaar verwezen wordt vanuit tekst die door software is geassocieerd met niet-tekstuele content. Door software geassocieerde tekst is tekst waarvan de locatie door software bepaald kan worden uit de niet-tekstuele content

Noot

Zie Understanding "Text Alternatives" voor meer informatie.

tekstblokken

meer dan één zin tekst

toetsenbordinterface

interface die gebruikt wordt door software om invoer van een toetsaanslag te verkrijgen

Noot 1

Een toetsenbordinterface staat gebruikers toe om invoer door middel van toetsaanslagen te leveren aan programma's, zelfs als de technologie oorspronkelijk geen toetsenbord bevat.

Noot 2

Bediening van de applicatie (of onderdelen van de applicatie) door middel van een door een toetsenbord bediende muisemulator, zoals muistoetsen, wordt niet beschouwd als bediening door middel van een toetsenbordinterface, omdat de bediening van het programma gebeurt door middel van zijn aanwijsinterface, niet door middel van zijn toetsenbordinterface.

up-event

gebeurtenis die plaatsvindt binnen een platform wanneer de trigger van de aanwijzer wordt losgelaten

De up-event heeft binnen andere platformen mogelijk een andere naam, zoals "touchend" of "mouseup".

user agent

alle software die webcontent voor gebruikers ophaalt en presenteert

verlengde audiodescriptie

audiodescriptie die wordt toegevoegd aan een audiovisuele presentatie door de video te pauzeren zodat er tijd is om een aanvullende beschrijving toe te voegen

Noot

Deze techniek wordt alleen gebruikt als de sfeer van de video zonder de aanvullende audiodescriptie verloren zou gaan en de pauzes tussen dialoog/gesproken tekst te kort zijn.

verzameling webpagina's

een verzameling webpagina's die een gemeenschappelijk doel delen en die worden gecreëerd door dezelfde auteur, groep of organisatie

Noot 2

Verschillende taalversies worden beschouwd als verschillende verzamelingen webpagina's.

video

de technologie van bewegende of opeenvolgende plaatjes of afbeeldingen

Noot

Video kan gemaakt worden van animatiebeelden of fotografische beelden of beide.

visueel aangepast

lettertype, grootte, kleur en achtergrond kunnen ingesteld worden

voldoet aan een succescriterium

het succescriterium evalueert niet tot 'fout' als het op de pagina wordt toegepast vooraf opgenomen

vooraf opgenomen

informatie die niet live is

webpagina's

een niet ingebed bestand dat door middel van HTTP verkregen wordt uit een enkele URI plus alle andere bestanden die door een user agent gebruikt worden bij het weergeven of bedoeld zijn om samen met het niet ingebedde bestand te worden weergegeven

Noot 1

Hoewel alle "andere bestanden" weergegeven zouden worden met het primaire bestand, zouden ze niet noodzakelijk tegelijkertijd met elkaar worden.

Noot 2

Ter wille van conformiteit met deze richtlijnen moet een bestand "niet ingebed" zijn binnen de reikwijdte van conformiteit om als een webpagina te worden.

weergavekader

object waarin de user agent content presenteert

Noot 1

de user agent presenteert content door één of meer weergavekaders. Weergavekaders omvatten beeldschermvensters, frames, luidsprekers en virtuele vergrootglazen. Een weergavekader kan zelf een weergavekader bevatten (geneste frames bijvoorbeeld). Door de user agent gecreëerde interface componenten, zoals signaleringscomponenten, menu's en alert meldingen, zijn geen weergavekaders.

Noot 2

Deze definitie is gebaseerd op User Agent Accessibility Guidelines 1.0 Glossary[UAAG10].

wettelijke verplichtingen

transacties waarbij de persoon een overeenkomst aangaat waaruit juridisch bindende rechten en plichten voortkomen

7. Inputdoelen voor componenten van de gebruikersinterface

Deze paragraaf omvat een lijst van de meest gebruikte inputdoelen van componenten van de gebruikersinterface. De onderstaande termen zijn niet de trefwoorden die moeten worden gebruikt. De termen beschrijven de doelen die moeten worden gevangen in de taxonomie van een webpagina. Indien van toepassing kunnen auteurs de bedieningselementen opmaken met de gekozen taxonomie om het semantisch doel aan te geven. Dit biedt de mogelijkheid aan user agents en hulptechnologieën om gepersonaliseerde weergaven toe te passen, waardoor meer mensen de content kunnen begrijpen en gebruiken.

Noot

De lijst met typen inputdoelen is opgesteld op basis van de bedieningsdoelen die zijn gedefinieerd in HTML 5.2 Autofill field paragraaf. Het is belangrijk om te begrijpen dat een andere technologie mogelijk een aantal dezelfde of precies dezelfde concepten hanteert die zijn gedefinieerd in de specificatie en dat alleen de concepten behorende bij de betekenissen hieronder vereist zijn.

De volgende inputdoelen zijn gerelateerd aan de gebruiker van de content en hebben alleen betrekking op de informatie van de betreffende gebruiker.

A. Veranderlog

Deze paragraaf toont de inhoudelijke wijzigingen van WCAG 2.2 sinds WCAG 2.1. De errata-aanpassingen van WCAG 2.1 zijn ook verwerkt in WCAG 2.2.

De volledige commitgeschiedenis van WCAG 2.2 is beschikbaar.

B. Dankbetuigingen

Aanvullende informatie over deelname aan de Accessibility Guidelines Werkgroep (AG WG) is te vinden op de homepage van de Werkgroep.

B.1 Deelnemers van de AG WG die actief zijn bij de ontwikkeling van dit document:

B.2 Andere eerder actieve WCAG WG-deelnemers en andere bijdragers aan WCAG 2.0, WCAG 2.1 of ondersteunende bronnen

Paul Adam, Jenae Andershonis, Wilhelm Joys Andersen, Andrew Arch, Avi Arditti, Aries Arditi, Mark Barratt, Mike Barta, Sandy Bartell, Kynn Bartlett, Chris Beer, Charles Belov, Marco Bertoni, Harvey Bingham, Chris Blouch, Paul Bohman, Frederick Boland, Denis Boudreau, Patrice Bourlon, Andy Brown, Dick Brown, Doyle Burnett, Raven Calais, Ben Caldwell, Tomas Caspers, Roberto Castaldo, Sofia Celic-Li, Sambhavi Chandrashekar, Mike Cherim, Jonathan Chetwynd, Wendy Chisholm, Alan Chuter, David M Clark, Joe Clark, Darcy Clarke, James Coltham, Earl Cousins, James Craig, Tom Croucher, Pierce Crowell, Nir Dagan, Daniel Dardailler, Geoff Deering, Sébastien Delorme, Pete DeVasto, Iyad Abu Doush, Sylvie Duchateau, Cherie Eckholm, Roberto Ellero, Don Evans, Gavin Evans, Neal Ewers, Steve Faulkner, Bengt Farre, Lainey Feingold, Wilco Fiers, Michel Fitos, Alan J. Flavell, Nikolaos Floratos, Kentarou Fukuda, Miguel Garcia, P.J. Gardner, Alistair Garrison, Greg Gay, Becky Gibson, Al Gilman, Kerstin Goldsmith, Michael Grade, Karl Groves, Loretta Guarino Reid, Jon Gunderson, Emmanuelle Gutiérrez y Restrepo, Brian Hardy, Eric Hansen, Benjamin Hawkes-Lewis, Sean Hayes, Shawn Henry, Hans Hillen, Donovan Hipke, Bjoern Hoehrmann, Allen Hoffman, Chris Hofstader, Yvette Hoitink, Martijn Houtepen, Carlos Iglesias, Richard Ishida, Jonas Jacek, Ian Jacobs, Phill Jenkins, Barry Johnson, Duff Johnson, Jyotsna Kaki, Shilpi Kapoor, Leonard R. Kasday, Kazuhito Kidachi, Ken Kipness, Johannes Koch, Marja-Riitta Koivunen, Preety Kumar, Kristjan Kure, Andrew LaHart, Gez Lemon, Chuck Letourneau, Aurélien Levy, Harry Loots, Scott Luebking, Tim Lacy, Jim Ley, Alex Li, William Loughborough, N Maffeo, Mark Magennis, Kapsi Maria, Luca Mascaro, Matt May, Sheena McCullagh, Liam McGee, Jens Oliver Meiert, Niqui Merret, Jonathan Metz, Alessandro Miele, Steven Miller, Mathew J Mirabella, Matt May, Marti McCuller, Sorcha Moore, Charles F. Munat, Robert Neff, Charles Nevile, Liddy Nevile, Dylan Nicholson, Bruno von Niman, Tim Noonan, Sebastiano Nutarelli, Graham Oliver, Sean B. Palmer, Devarshi Pant, Nigel Peck, Anne Pemberton, David Poehlman, Ian Pouncey, Charles Pritchard, Kerstin Probiesch, W Reagan, Adam Victor Reed, Chris Reeve, Chris Ridpath, Lee Roberts, Mark Rogers, Raph de Rooij, Gregory J. Rosmaita, Matthew Ross, Sharron Rush, Joel Sanda, Janina Sajka, Roberto Scano, Gordon Schantz, Tim van Schie, Wolf Schmidt, Stefan Schnabel, Cynthia Shelly, Glenda Sims, John Slatin, Becky Smith, Jared Smith, Andi Snow-Weaver, Neil Soiffer, Mike Squillace, Michael Stenitzer, Diane Stottlemyer, Christophe Strobbe, Sarah J Swierenga, Jim Thatcher, Terry Thompson, Justin Thorp, David Todd, Mary Utt, Jean Vanderdonckt, Carlos A Velasco, Eric Velleman, Gijs Veyfeyken, Dena Wainwright, Paul Walsch, Daman Wandke, Richard Warren, Elle Waters, Takayuki Watanabe, Gian Wild, David Wooley, Wu Wei, Kenny Zhang, Leona Zumbo.

B.3 Mede mogelijk gemaakt door

Deze publicatie is gedeeltelijk gefinancierd met Amerikaanse federale fondsen van het Health and Human Services, National Institute on Disability, Independent Living and Rehabilitation Research (NIDILRR), aanvankelijk onder contractnummer ED-OSE-10-C-0067, daarna onder HHSP23301500054C en nu onder HHS75P00120P00168. De inhoud van deze publicatie geeft niet noodzakelijk de opvattingen of het beleid van het Amerikaanse ministerie van Volksgezondheid en Human Services of het Amerikaanse ministerie van Onderwijs weer, noch impliceert vermelding van handelsnamen, commerciële producten of organisaties goedkeuring door de Amerikaanse overheid.

C. Referenties

C.1 Informatieve referenties

[css3-values]
CSS Values and Units Module Level 3. Tab Atkins Jr.; Elika Etemad. W3C. 1 December 2022. W3C Candidate Recommendation. URL: https://www.w3.org/TR/css-values-3/
[HTML]
HTML Standard. Anne van Kesteren; Domenic Denicola; Ian Hickson; Philip Jägenstedt; Simon Pieters. WHATWG. Living Standard. URL: https://html.spec.whatwg.org/multipage/
[ISO_9241-391]
Ergonomics of human-system interaction—Part 391: Requirements, analysis and compliance test methods for the reduction of photosensitive seizures. International Standards Organization. URL: https://www.iso.org/standard/56350.html
[pointerevents]
Pointer Events. Jacob Rossi; Matt Brubeck. W3C. 4 April 2019. W3C Recommendation. URL: https://www.w3.org/TR/pointerevents/
[RFC2119]
Key words for use in RFCs to Indicate Requirement Levels. S. Bradner. IETF. March 1997. Best Current Practice. URL: https://www.rfc-editor.org/rfc/rfc2119
[SRGB]
Multimedia systems and equipment - Colour measurement and management - Part 2-1: Colour management - Default RGB colour space - sRGB. IEC. URL: https://webstore.iec.ch/publication/6169
[UAAG10]
User Agent Accessibility Guidelines 1.0. Ian Jacobs; Jon Gunderson; Eric Hansen. W3C. 17 December 2002. W3C Recommendation. URL: https://www.w3.org/TR/UAAG10/
[UNESCO]
International Standard Classification of Education. 2011. URL: https://unesdoc.unesco.org/ark:/48223/pf0000219109
[WAI-WEBCONTENT]
Web Content Accessibility Guidelines 1.0. Wendy Chisholm; Gregg Vanderheiden; Ian Jacobs. W3C. 5 May 1999. W3C Recommendation. URL: https://www.w3.org/TR/WAI-WEBCONTENT/
[WCAG20]
Web Content Accessibility Guidelines (WCAG) 2.0. Ben Caldwell; Michael Cooper; Loretta Guarino Reid; Gregg Vanderheiden et al. W3C. 11 December 2008. W3C Recommendation. URL: https://www.w3.org/TR/WCAG20/
[WCAG21]
Web Content Accessibility Guidelines (WCAG) 2.1. Michael Cooper; Andrew Kirkpatrick; Joshue O'Connor; Alastair Campbell. W3C. 21 September 2023. W3C Recommendation. URL: https://www.w3.org/TR/WCAG21/